94 | CMCPRO.COM
| CAPTO USER MANUAL 95
afhangt van hoe en waar het wordt geb-
ruikt. Het soort gebruik, de intensiteit van
het gebruik en de gebruiksomgeving zijn
allemaal factoren die de bruikbaarheid van
de apparatuur bepalen. Een enkele uit-
zonderlijke gebeurtenis kan aanleiding zijn
om de apparatuur na één gebruik al buiten
gebruik te stellen, zoals blootstelling aan
scherpe randen, extreme temperaturen,
chemicaliën of ruwe omgevingen.
Een product moet onmiddellijk uit gebruik
worden genomen wanneer:
• Het niet door de inspectie komt.
• Het niet goed werkt.
• Het onleesbare product markeringen
heeft.
• Het tekenen van schade of overmatige
slijtage vertoont.
• Het is blootgesteld aan een belangrijke
gebeurtenis zoals schokbelasting,
vallen of abnormaal gebruik.
• Het is blootgesteld aan agressieve
chemische reagentia.
• Het een onbekende gebruiksgeschie-
denis heeft.
• U twijfelt aan de staat of betrouwbaar-
heid ervan.
• Het verouderd raakt door veranderingen
in wetgeving, normen, techniek of
incompatibiliteit met andere apparatuur.
Uit gebruik genomen apparatuur mag niet
opnieuw worden gebruikt totdat een bev-
oegd persoon schriftelijk heeft bevestigd
dat dit aanvaardbaar is. Als het product uit
dienst wordt genomen, moet het uit dienst
worden genomen en dienovereenkomstig
worden gemarkeerd of vernietigd om
verder gebruik te voorkomen.
Dragen, opslag en vervoer
Houd de apparatuur tijdens gebruik,
dragen, opslag en vervoer uit de buurt van
zuren, logen, roest en sterke chemicaliën.
Stel de apparatuur niet bloot aan vlammen
of hoge temperaturen. Opslaan op
een koele, droge plaats. Zorg ervoor
dat de apparatuur wordt beschermd
tegen externe schokken, scherpe
randen, overmatige trillingen, extreme
temperaturen, chemische reagentia en
ultraviolette straling.
Reinig en droog deze apparatuur na
elk gebruik om stof, vuil en vocht te
verwijderen. Gebruik schoon vers water
om vuil of puin af te wassen. Gebruik
geen hogedrukreiniger om het apparaat
te reinigen. Als het apparaat nat wordt
door gebruik of reiniging, laat het dan
aan de lucht drogen bij temperaturen
tussen 10° C en 30° C, uit de buurt van
directe warmte.
Na gebruik van CAPTO in vuile of
stofge omgevingen kan het nodig zijn het
vergrendelingsmechanisme te reinigen
en te smeren om een goede werking te
behouden. Gebruik voor het reinigen
een met isopropylalcohol doordrenkt
wattenstaafje om vuil of stof te verwijderen
van de oppervlakken van de ontgrendel-
ingsknop van de zijplaat, de vergrendeling
van de zijplaat en de borgpennen, zoals
aangegeven in de afbeeldingen.
Garantie & Reparaties
Als uw product een defect vertoont als
gevolg van vakmanschap of materialen,
neem dan contact op met de klantenser-
vice op info@cmcpro.com voor informatie
over de garantie en service. De garantie
van CMC dekt geen schade veroorzaakt
door onjuiste verzorging, onjuist gebruik,
wijzigingen en aanpassingen, accidentele
schade of de natuurlijke afbraak van
materiaal na langdurig gebruik en tijd. De
apparatuur mag op geen enkele wijze
worden gewijzigd of veranderd om extra
onderdelen te bevestigen zonder schrifteli-
jke aanbeveling van de fabrikant. Indien
originele onderdelen worden gewijzigd of
verwijderd, kunnen de veiligheidsaspecten
van het product worden beperkt. Alle
reparatiewerkzaamheden moeten door de
fabrikant worden uitgevoerd. Alle andere
werkzaamheden of wijzigingen doen de
garantie vervallen en ontslaan CMC van
alle aansprakelijkheid en verantwoordeli-
jkheid als fabrikant.
5. COMPATIBILITEIT
Controleer of dit product compatibel is met
de andere apparatuur in het systeem en
of de beoogde toepassingen voldoen aan
de huidige normen. Apparatuur die met dit
product wordt gebruikt, moet voldoen aan
de wettelijke vereisten in uw rechtsgebied
en/of land, en een veilige, functionele
interactie bieden.
Wanneer dit product wordt gecombineerd
met andere apparatuur en/of wordt
gebruikt in een reddings-/valpreventiesys-
teem, moeten gebruikers de instructies
van alle onderdelen vóór gebruik begrijpen
en naleven om ervoor te zorgen dat de
veiligheidsaspecten van deze onderdelen
elkaar niet hinderen.
Door andere apparatuur met dit product
te combineren, waarbij de veilige werking
van een onderdeel wordt beïnvloed door of
interfereert met de veilige werking van een
ander onderdeel, kan gevaar ontstaan en
kan de functionaliteit worden aangetast.
De gebruiker aanvaardt alle verantwoor-
delijkheid voor niet-standaard gebruik of
toegevoegde componenten. Neem contact
op met CMC als u niet zeker bent van de
compatibiliteit van uw apparatuur.
Touw
Gebruik alleen de aanbevolen diameters
en types synthetisch touw. Verschillende
soorten verankeringslijnen kunnen de
kenmerken en de veilige werking van het
apparaat veranderen. De prestaties van de
touwklem kunnen worden beïnvloed door
verschillende parameters zoals diameter,
constructie, slijtage en oppervlaktebehan-
deling van het touw, alsook door andere
variabelen zoals touwen die bevroren,
modderig, nat of vuil zijn.
Afhankelijk van de relevante regelgeving
kan de apparatuur alleen worden gebruikt
met touwtypes die in de tabel Normen &
Certicaten hierboven staan vermeld.
Voor de certiceringen EN 12841:2006/B
en EN 567:2013 zijn de volgende touwen
gebruikt:
• Teufelberger Fiber Rope Corp, KMIII,
10,5 mm en 11 mm
WAARSCHUWING: Niet gebruiken op
draadkabels of gevlochten (gelegde)
kabels.
Connectoren
Bij het aanbrengen van karabiners in
het bevestigingsoog is het raadzaam
de karabiner zo te oriënteren dat het
breedste gedeelte in aanraking komt met
het apparaat. Om driewegen belasting te
minimaliseren, moet u ervoor zorgen dat
de karabiner op één lijn ligt met het touw
en het apparaat.
Karabiners met krappe interne radii en/of
scherpe hoeken kunnen de randbelasting
van de beugel verhogen en kunnen de
sterkte verminderen of schade veroor-
zaken aan de karabiner of de CAPTO.
Aluminium karabijnhaken hebben de
voorkeur voor gebruik met de CAPTO.
Stalen of roestvrijstalen connectoren,
vooral die met krappe interne radii of
scherpe hoeken, worden niet aanbevolen
voor gebruik in de becket.
• EN 12841/B gebruik: EN 362 Klasse
B karabiners.
• NFPA 2500 (2022 ED) gebruik:
Karabiners voor technisch of algemeen
gebruik.
Ankers
Het is essentieel dat het toestel en de
verankeringspunten altijd correct boven
de gebruiker worden geplaatst, en dat
het werk zodanig wordt georganiseerd
dat het risico van een val van hoogte tot
een minimum wordt beperkt. Zorg altijd
voor voldoende vrije ruimte om bij een
val botsingen met de grond of andere
obstakels te voorkomen.
Gebruik voor EN 12841/B alleen anker-
punten die voldoen aan de EN 795 norm
(minimale sterkte van 12kN of 18kN voor
niet-metalen ankers) en die geen scherpe
randen hebben.
Harnassen
Dit product is compatibel met werkhar-
nassen (EN 813, EN 361) indien gebruikt
in overeenstemming met EN 12841 en
met klimharnassen (EN 12277) indien
gebruikt in overeenstemming met EN 567
en EN 12278.
Sleutelkoordverbinding (EN12841)
In overeenstemming met EN
12841:2006/B kan het hulpmiddel aan
het harnas worden bevestigd met behulp
van een EN 813-bevestigingspunt op het
harnas, een EN 354-koord en EN 362-con-
nectoren. De totale lengte van de verbind-
ing moet minder dan 1 meter bedragen,
en er moet voor worden gezorgd dat het
hulpmiddel bij volledige uitrekking binnen
het bereik van de gebruiker blijft.
6. PRODUCT GEBRUIK
Openen en sluiten van de zijplaat
Om de CAPTO te openen drukt u twee
keer achter elkaar op de knop voor het
losmaken van de zijplaat. Hierdoor wordt
de zijplaat vrijgegeven en kan deze
volledig openzwaaien.
Om CAPTO te sluiten duwt u de zijplaat
terug in zijn gesloten positie. De vergren-
deling moet twee hoorbare klikken maken
als de zijplaat sluit.
Installatie en verwijdering
Installatie:
• Open de zijplaat door tweemaal op de
knop voor het losmaken van de zijplaat
te drukken, zoals eerder beschreven.
• Houd CAPTO met één hand vast en
gebruik de andere hand om lichte
spanning op het touw te zetten (als dat
nog niet geleerd is).
• Duw CAPTO tegen het touw terwijl u
het langs het touw beweegt. Dit helpt
het touw op zijn plaats te houden. Volg
het touwpad dat wordt aangegeven
door de productmarkeringen en de
illustraties in de handleiding.
• Trek indien nodig de zijplaat volledig
open met de duim van de hand die de
CAPTO vasthoudt. Hierdoor wordt de
sluitlip volledig uit de weg gehaald voor
de installatie van het touw.
• Sluit CAPTO door de zijplaat in de
gesloten stand te draaien zoals hier
-
boven beschreven. Luister naar twee
hoorbare “klikken” en controleer visueel
of de zijplaat volledig gesloten is.
• Functie test CAPTO om te bevestigen
dat het touw correct is geïnstalleerd
en het apparaat goed werkt. Gebruik
altijd een back-up veiligheidssysteem
wanneer u deze test uitvoert.
Verwijdering:
• Verwijder alle belasting die op de
CAPTO werkt.
• Duw de CAPTO enkele centimeters in
de richting van het anker/de lading om
de Cam te ontkoppelen.
• Open de zijplaat door de knop voor het
losmaken van de zijplaat tweemaal in te
drukken. Wanneer de zijplaat volledig
geopend is, beweegt hij ook de nok weg
van het touw voor een gemakkelijke
verwijdering.
• Haal CAPTO van de werklijn en verwij-
der zo nodig het touw van de katrol.
WAARSCHUWINGEN:
• Plaats geen CAPTO tenzij de zijplaat
volledig gesloten is en de ontgrendel-
ingsknop van de zijplaat in de onderste
stand staat. 6A.
• Probeer de Cam niet los te maken ter-
wijl het apparaat onder belasting staat.
• Als de sluitlip vastzit, probeer hem
dan niet met de zijplaat van het touw
af te wrikken. Maak de sluitlip los
door de CAPTO enkele centimeters
in de richting van het anker/de lading
te bewegen.
• CAPTO grijpt geen touw als de Cam
handmatig wordt opengehouden.
• Zorg ervoor dat het touw het pad
volgt dat wordt aangegeven door de
lasermarkeringen en de illustraties.
• Zorg ervoor dat het touw niet boven de
achterste geleider komt. 6B.
• Belast de CAPTO niet als transport
katrol. Hij is niet bedoeld om een
loodrechte belasting te dragen wanneer
hij op een gespannen lijn wordt
geplaatst. 6C.
• Plaats het touw niet rechtstreeks
vanuit de touwklem in de binnenste
katrolbaan. 6D.