Voor de inbedrijfstelling
- 94 - 10.13
12 Voor de inbedrijfstelling
12.1 Laspistool aansluiten
 Sluit de centrale stekker 17 van het laspis-
tool op de centrale aansluitbus 11 aan.
17
11
Abb. 2: Laspistool aansluiten
12.2 Massakabel aansluiten
 Sluit de massakbel 18 op de aansluitbus
10 aan en zet deze goed vast middels
deze met naar rechts draaien te xeren.
10
18
Abb. 3: Massakabel aansluiten
12.3 Netspanning kiezen
(Alleen voor apparatuur met omschakeling
netspanning, zie technische gegevens)
 Kies met de omschakelaar netspanning 4
de gewenste spanningsverzorging uit.
Voor de werking op 230 V, kunt u de me-
geleverde verloopstekker CEE 16 naar
230V gebruiken.
Bij werking op 230V is het vermo-
gen gereduceerd. Bij de maximale
lasstroom zijn de waarden ca. 2/3
van de in de technische gevevens
aangegeven waarden.
12.4 Massaklem bevestigen
Abb. 4: Correct
 Bevestig de massaklem in de onmiddel-
lijke nabijheid van de lasplaats, zodat de
lasstroom niet via machineonderdelen,
kogellagers of elektrische schakelingen
kan terugstromen.
 Sluit de massaklem stevig op de lastafel
of het werkstuk aan.
Abb. 5: Verkeerd
Leg de massaklem niet op het lasappa-
raat c.q. gases, aangezien de lasstroom
anders via de aardingsverbindingen gaat
lopen en deze onherstelbaar zal bescha-
digen.