FlexPAK 800/1000
NL
216
6.1 Statusmeldingen
De volgende statusmeldingen geven informae over de modus waarin de unit staat of welk
roune-onderhoud uitgevoerd wordt.
6.1.1 Nederman FlexPAK O (Uit-modus)
De unit staat in de uit-modus, wat ook het startmenu van de unit is. De unit kan ook in de
uit-modus gaan wanneer er iets fout is, bijvoorbeeld indien een alarm geacveerd is. De
pompmotor staat uit, er is geen vacuüm, de FCV is gesloten en de unit kan niet geacveerd
worden door een stuursignaal.
TimeToService: De jd tot het volgende geplande onderhoud. De
standaardinstelling is 2000 uur.
6.1.2 FlexPAK Standby (Stand-bymodus)
De unit staat in de stand-bymodus. De pompmotor staat uit, er is geen vacuüm, de FCV is
gesloten en de unit wacht op een stuursignaal om in de bedrijfsmodus te gaan.
6.1.3 Running (Bedrijfsmodus)
De unit staat in de bedrijfsmodus. De pompmotor staat aan en de unit genereert een
vacuüm. De FCV is gesloten. Het huidige vacuüm van de unit wordt weergegeven op het
display, bijvoorbeeld, -20 kPa.
DIRTm: De jd voordat de unit in staonaire modus gaat. De
standaardinstelling is 10 seconden.
OTTmr: Indien de Overme-mer geacveerd werd, toont OTTmr de
jd die verstreken is sinds de Overme-mer gestart werd.
6.1.4 FlexPAK Idling (Staonaire modus)
De unit staat in de staonaire modus. De pompmotor staat aan, er is geen vacuüm, en
de FCV is open. De unit gaat in de staonaire modus wanneer er geen stuursignaal was
gedurende de jd die ingesteld is in DIR_Time.
TimeToStandby: De jd voordat de unit in stand-bymodus gaat. De
standaardinstelling is 12 minuten.