Bedrijf | BSA 43xx | 219 | nl
1 691 606 210 2015-07-29| Robert Bosch GmbH
4.5 Testafloop remcontrole
1. Selecteer een testprogramma (zie hoofdstuk 4.5).
i Selectie is alleen mogelijk wanneer door de
klantendienst verdere testprogramma’s geconfigu-
reerd werden.
2. Selecteer een modus en voer de metingen uit.
$ Handmatig bedrijf (zie hoofdstuk 5).
$ Automatisch bedrijf (zie hoofdstuk 6).
$ Superautomatisch bedrijf (zie hoofdstuk 7).
$ Superautomatisch bedrijf vier wielen (zie hoofd-
stuk 8).
i Fabrieksinstellingen:
Testprogramma P1 (remcontrole) en handmatig
bedrijf (normaal bedrijf).
De volgende remmen kunnen gemeten worden:
R Bedrijfsrem vooras.
R Bedrijfsrem achteras.
R Parkeerrem.
In handmatig bedrijf en automatisch bedrijf kan de
testvolgorde van de remmen vrij worden gekozen. In su-
perautomatisch bedrijf en superautomatisch bedrijf vier
wielen moet de testvolgorde van de remmen aangehou-
den worden (deelopdrachten).
4.6 Bedieningsinstructies
!
Let bij het uitvoeren van controles op de volgende
instructies m.b.t. de vakkundige bediening.
Waarschuwing voor restrisico’s!
Bij de bediening van de remmentestbank
kunnen restrisico’s niet worden uitgesloten.
¶ De veiligheidsinstructies in de handleiding
"Gebruikersinstructies" 1 691 696 900 in
acht nemen!
¶ Persoonlijke beschermuitrusting dragen!
4.6.1 Algemene instructies
¶ Alleen recht de testbank binnenrijden.
¶ De toegelaten test- en overrijdbelasting aanhouden
(zie technische gegevens).
¶ Geen eensporige voertuigen testen (motor-
fietsen, ...).
¶ Bandenspanning voor de start van de meting
controleren.
¶ Voertuig alleen in onbeladen toestand testen.
¶ Tijdens de test het voertuig niet verlaten.
4.6.2 Instructies voor de remcontrole
¶ Voorkom dat de banden tegen het frame van de test-
bank schuren.
¶ Bij het rijden in resp. door het rollenmechanisme de
maximum snelheid van 10km/h niet overschrijden.
¶ Geen snelle stuurbewegingen bij het testen van de
vooras.
¶ Een remtest kan pas uitgevoerd worden, als beide
wielen van een as van het voertuig de tastrollen bin-
nen 5 seconden naar beneden drukken.
i Bij te groot verschil tussen rol- en wielsnelheid
(>25%) wordt niet meer de remkracht gemeten,
maar de wrijvingskracht tussen wiel en testrol. Dit
meetresultaat is onbruikbaar voor de remtest.
! Alleen uit de rollenset rijden wanneer de restrollen
draaien, d.w.z. het meetbedrijf moet geactiveerd
zijn (handmatig bedrijf in de meetsoort asmeting of
automatisch bedrijf).
Wanneer u bij stilstaande testrollen naar buiten rijdt,
worden de lagers van de testbankmotoren bescha-
digd.