AFSTELLINGEN 3
NL-10
3.3 POMPDRIJFRIEM __________________________________________________________
Stel de pompdrijfriem zodanig
(C)
bij dat deze onder een
druk van 2-3 kgf halverwege 6 mm doorbuigt.
1. Zet de bevestigingen (
D
&
E)
los.
2. Beweeg de pomp/koppelingsconstructie omlaag om
de spanning op riem
(C)
te vergroten en zet
vervolgens de bevestigingen (
D
&
E
) vast.
3. Geef de bevestigingen (
D
&
E
) een aanhaalkoppel
van 37-45 Nm.
Afb 3B
3.4 VRIJLOOP- EN DRIEWIELAANDRIJVINGSSCHAKELAARS _______________________
1. Controleer de tractiepedaalafstelling.
2. Gebruik een volt/ohmmeter om vast te stellen
wanneer de schakelaar opent of sluit.
a. Stel schakelaar
(G)
zodanig bij dat de "vinger"
van de bedieningsarm
(F)
zich midden boven het
sensorisch gedeelte van de schakelaar bevindt.
De schakelaarcontacten dienen te sluiten als de
tractiepedaal in de vrijstand staat en te openen
wanneer er minimale pedaalbeweging in voor- of
achterwaartse richting plaatsvindt.
b. Stel de 3WD schakelaar
(H)
zodanig bij dat de
contacten open zijn wanneer de tractiepedaal in
de vrijstand staat en sluiten wanneer sprake is
van minimale pedaalbeweging in voorwaartse
richting.
Afb 3C
3.5 PARKEERREMSCHAKELAARS ______________________________________________
Los schroeven
(K)
en stel beide schakelaars zodanig bij
dat de contacten net sluiten als de remhefboom naar de
ingeschakelde stand wordt gezet. Draai de schroeven
daarna weer vast.
Afb 3D
G
H
F
K