3 AFSTELLINGEN
NL-15
e. Wanneer de kooimessen op de juiste wijze ten
opzichte van het ondermes zijn afgesteld, zal de
kooi vrijelijk draaien en dient u een stuk papier
over de volle lengte van de kooi te kunnen
snijden wanneer het onder een hoek van 90°
t.o.v. het ondermes wordt gehouden.
Afb 3N
3.15 MAAISTANDEN ___________________________________________________________
1. De maaier kan in de
vaste
of
zwevende
stand
worden bediend.
2. De
vaste
stand wordt doorgaans gebruikt voor
grotere maaihoogten dan 25 mm, waarbij geen
voorrol nodig is tenzij het terrein ruw en ongelijk is.
Indien een voorrol is vereist, dient deze 6 mm hoger
te worden gezet dan de achterrol en alleen te worden
gebruikt voor anti-scalpeerdoeleinden.
3. De
zwevende
stand wordt doorgaans gebruikt voor
lagere maaihoogten dan 25 mm, waarbij een voorrol
is vereist.
Als een 63 mm massieve voorrol wordt gebruikt, zal
de maaihoogte variëren van 9-54 mm.
Als een 76 mm gegroefde voorrol wordt gebruikt, zal
de maaihoogte variëren van 9-57 mm.
4. Om de maaier om te schakelen van de
vaste
naar
de
zwevende
stand, dienen bevestigingen
(H)
van
weerszijden van de drie maaierframes te worden
verwijderd.
Installeer een voorrol en bewaar bevestigingen
(H)
ten behoeve van toekomstige omschakeling naar de
vaste stand.
5. Om de maaier om te schakelen van de
zwevende
naar de
vaste
stand, dienen bevestigingen
(H)
te
worden gemonteerd zoals afgebeeld en de voorrol
te worden verwijderd of omhooggebracht.
Afb 3O
A
B
C
E
D
F
G
H
H
H
To Next Page
Loading...
Need help?
General
