116 Gebruiksaanwijzing
NL
zakken, moet de ketting worden vervangen. Zakt de slijtagemeter niet helemaal omlaag, dan kun je de ketting nog
gebruiken. Heb je geen kettingslijtagemeter tot je beschikking, dan kun je ook handmatig controleren of de etsket-
ting langer is geworden. Pak daarvoor de ketting aan de voorkant van het kettingblad vast. Probeer de ketting ver-
volgens aan de rechterkant van het kettingblad op te lichten. Het is de bedoeling dat dit amper lukt. Lukt het je toch
om de ketting meer dan 2 mm op te lichten, dan is de ketting langer geworden en moet deze worden vervangen.
De ketting smeren
De ketting moet regelmatig worden gereinigd en gesmeerd. Zie punt 7.9 (Reinigen) voor informatie over hoe je
de ketting en andere onderdelen van de aandrijving reinigt. Smeer de ketting met geschikte kettingolie en let er
daarbij op dat je niet te veel olie op de ketting aanbrengt. Veeg te veel olie eventueel weg met een doek. Let erop
dat er geen olie op de remblokken en de remschijven terechtkomt! Wanneer er olie op de remblokken terechtkomt,
moeten deze worden vervangen!
7�3 Stuur, balhoofd en vork
Het balhoofd, dat zich in de balhoofdbuis bevindt, verbindt de vork met het frame en zorgt ervoor dat het stuur eenvou-
dig kan draaien. De woom-ets moet door een etsenmaker worden gecontroleerd wanneer het balhoofd of het stuur
© wiebelt of speling heeft;
© niet meer eenvoudig draait of stroef aanvoelt.
7�4 Schakelmechanisme
Het schakelmechanisme kan in de loop der tijd minder goed gaan werken. Daarom moet je het mechanisme na
enige tijd mogelijk opnieuw afstellen. Zijn er door een valpartij of een andere oorzaak problemen ontstaan met
het schakelmechanisme, dan moet het door een etsenmaker worden gerepareerd of opnieuw worden afgesteld.
Het schakelmechanisme afstellen
Onderste aanslag
Schakel naar het kleinste tandwiel en draai de schroef (H) om het derailleurwieltje (1) op één lijn te brengen onder
het kleinste tandwiel.
Bovenste aanslag
Schakel naar het grootste tandwiel en draai de schroef (L) om het derailleurwieltje (1) op één lijn te brengen onder
het grootste tandwiel.
©
Als je de ene schroef (H) met de klok mee en de andere schroef (L) tegen de klok in draait, beweegt het
derailleurwieltje (1) naar het wiel toe.
©
Als je de ene schroef (H) tegen de klok in en de andere schroef (L) met de klok mee draait, beweegt het
derailleurwieltje (1) van het wiel af.
Schakeltrappen: Schakel door alle versnellingen en begin daarbij bij het kleinste tandwiel. Verspringt de ketting
nadat je hebt geschakeld niet naar het volgende grotere tandwiel, verhoog dan de spanning op de versnellingskabel
door de stelschroef (2) op de schakelhendel tegen de klok in te draaien. Slaat de ketting bij het schakelen meerdere
tandwielen over, verlaag dan de spanning op de versnellingskabel door de stelschroef (2) op de schakelhendel met
de klok mee te draaien.