Gebruiksaanwijzing 117
NL
7�5 Remmen
De remblokken mogen niet in aanraking komen met olie of vet. Zorg ervoor dat je hete oppervlakken niet aanraakt
(zoals een remschijf die heet is geworden na intensief gebruik). Remschijven en remblokken zijn aan slijtage onder-
hevig en moeten daarom regelmatig worden gecontroleerd (zie punt 7.8 Onderhoudsmomenten). In de volgende
situaties moeten de remmen hoe dan ook door een etsenmaker worden gecontroleerd of onderhouden:
© De remblokken zijn minder dan 0,5 mm dik.
© Bij het remmen raakt de remhendel het stuur.
© De remmen piepen of trillen.
© Het remvermogen neemt af.
© Het drukpunt van de remmen verandert steeds.
De dikte van de remblokken controleren
TIP
We raden aan het remsysteem elke een tot twee jaar te laten onderhouden. Hoe vaak precies
hangt af van hoe intensief de ets wordt gebruikt. Houd er wel rekening mee dat remvloeistof
veroudert, ook als de ets niet vaak wordt gebruikt.
7�6 Cranks, trapassen en pedalen
Cranks en pedalen kunnen losser komen te zitten en in de loop der tijd slijten.
© Controleer regelmatig of de cranks en pedalen nog vastzitten of laat ze door een etsenmaker controleren
en eventueel aandraaien.
©
Laat beschadigde cranks en stroeve of beschadigde trapassen door een etsenmaker repareren en eventueel
vervangen.
7�7 Spaken en wielen
Spaken verbinden de naven met de velgen. Ze moeten voldoende spanning hebben en hebben invloed op hoe het
wiel draait.
©
Controleer de spaken regelmatig op beschadigingen en spanning of laat ze door een etsenmaker controleren.
© Laat beschadigde spaken door een etsenmaker repareren en eventueel vervangen.
© Heeft een wiel een grote zijdelingse slag of hoogteslag (meer dan 1 mm), laat het dan door een etsenmaker
repareren of richten.
7�8 Onderhoudsmomenten
Omwille van de veiligheid van je kind is het belangrijk dat de woom-ets regelmatig door een etsenmaker wordt
gecontroleerd.
To Next Page
Loading...
