3 Plaatsing en installatie
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
134
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D
Daikin Altherma 3 R ECH₂O
008.1451099_00 – 07/2020
▪ Voor drinkwaterleidingen moeten de bepalingen van de EN806,
DIN 1988, de hier bovenuit gaande geldige nationale regelingen
voor de drinkwaterinstallatie in acht genomen worden.
▪ Om de noodzaak van een circulatieleiding te elimineren, de
binnenunit in de buurt van het tappunt installeren. Als een
circulatieleiding volgens de plaatselijke voorschriften toegestaan
en beslist noodzakelijk is, moet deze worden geïnstalleerd
volgens de schematische diagrammen in ‘Hydraulische
systeemverbinding’ in het referentiehandboek voor de monteur.
3.6.1 Minimaal watervolume
In het verwarmingscircuit moet een watervolume van minimaal 5liter
worden gegarandeerd. Het interne watervolume van de
warmtepomp-binnenunit wordt niet meegenomen in deze
berekening.
INFORMATIE
Voor kritieke toepassingen of in ruimtes met hoge
warmtevraag kan extra watervolume noodzakelijk zijn.
VOORZICHTIG
Als er meerdere verwarmingscircuits op de warmtepomp-
binnenunit zijn aangesloten, is het belangrijk dat het
minimale watervolume ook gegarandeerd is als er maar
één verwarmingscircuit geopend is.
3.6.2 Hydraulische leidingen aansluiten
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
Bij warmwatertemperaturen boven de 65°C bestaat er
gevaar voor brandwonden. Dit kan gebeuren bij gebruik
van zonne-energie, wanneer een extern
verwarmingstoestel is aangesloten, wanneer de
legionellabescherming is geactiveerd of de gewenste
warmwatertemperatuur hoger is ingesteld dan 65°C of
wanneer de Smart Grid-functie is geactiveerd.
▪ Verbrandingsbescherming (warmwatermengapparaat
(bijv.VTA32)) installeren.
INFORMATIE
De binnenunit is uitgerust met een druksensor. De
installatiedruk wordt elektronisch bewaakt en kan bij een
ingeschakeld apparaat aangegeven worden.
Desondanks adviseren we om bijvoorbeeld tussen
binnenunit en membraanexpansievat een mechanische
manometer te installeren.
▪ Manometer zo monteren dat hij bij het vullen goed
zichtbaar is.
Voorwaarde: Optioneel toebehoren (bijv. zonnesysteem, back-
upheater) is volgens de meegeleverde instructies op de Daikin
Altherma 3R ECH
2
O gemonteerd.
1 Druk van de koudwateraansluiting controleren (maximaal
10bar).
▪ Bij hogere drukwaarden in de drinkwaterleiding moet er een
drukregelaar gemonteerd worden.
2 Hydraulisch blok met een schroevendraaier vastzetten.
3‒27 Hydraulisch blok vastzetten bij aansluiting naar boven
(links) of aansluiting naar achteren (rechts)
3 Hydraulische aansluitingen op de binnenunit tot stand brengen.
▪ Voor de positie en afmetingen van de
verwarmingsaansluitingen "3.1 Afmetingen en
aansluitmaten"[4125] raadplegen.
▪ Voorgeschreven aandraaimoment in acht nemen (zie
"6.3Aandraaimomenten"[4148]).
▪ Leidingen zo leggen dat na montage de geluiddempende kap
zonder problemen kan worden geplaatst.
▪ Wateraansluiting voor het vullen of bijvullen van het
verwarmingssysteem uitvoeren volgens EN 1717/EN 61770,
zodat eventuele verontreiniging van het drinkwater door
terugstroming op betrouwbare wijze wordt voorkomen.
▪ Bij naar achteren gerichte aansluitingen: hydraulische
leidingen in overeenstemming met de ruimtelijke
omstandigheden op de juiste manier ondersteunen.
3‒28 Naar achteren gerichte hydraulische leidingen
ondersteunen
4 Afblaasleiding aan de veiligheidsoverdrukklep en het
membraanexpansievat conform EN12828 aansluiten.
▪ Eventueel ontsnappende stoom of vrijkomend
verwarmingswater moeten via een geschikte, met continue
helling uitgevoerde afblaasleiding vorstvrij, gevaarloos en
zichtbaar afgevoerd kunnen worden.
▪ Leidingen zo leggen dat na montage de afdekkap zonder
problemen kan worden geplaatst.
▪ Positie van de afvoerslang aan de veiligheidsoverdrukklep
controleren. Indien nodig, eigen slang aansluiten en leggen.
5 Membraanexpansievat aansluiten.
▪ Een voldoende gedimensioneerd en voor het
verwarmingssysteem vooraf ingesteld membraanexpansievat
aansluiten. Tussen warmtebron en veiligheidsklep mag zich
geen hydraulische afsluiting bevinden.
▪ Membraanexpansievat op een toegankelijke plek plaatsen
(onderhoud, vervanging van onderdelen).