NEDERLANDS
- 193 -
L Voedingsfase 230Vac
N Neutraal voeding 230Vac
GND Aarde
B1 - B2 Knipperlicht 230Vac - 40W
B3 - B3 Servicelichten
M1 START - Openingsimpuls voor de aansluiting van
traditionele apparaten met N.O.-contact
m LET OP: als inrichtingen worden
gebruikt met hold-to-run besturing
(magnetische spoelen, timers,
aanwezigheiddetectors, enz.) moet de
horlogemodus worden gebruikt (parameter
Strt = oroL).
M2 START P. - Openingsimpuls voetgangers voor de
aansluiting van traditionele apparaten met
N.O.- contact
m LET OP: als inrichtingen worden
gebruikt met hold-to-run besturing
(magnetische spoelen, timers,
aanwezigheiddetectors, enz.) moet de
horlogemodus worden gebruikt (parameter
Strt = oroL).
M3 STOP-impuls N.C.-contact
M4 Gemeenschappelijk (-)
M5 Fotocel van type 1. N.C.-contact
M6 Fotocel van type 2. N.C.-contact
M7 Lijsten van type 1 (vast) N.C.-contact
M8 Lijsten van type 2 (mobiel) N.C.-contact
M9 Gemeenschappelijk accessoires (-)
M10 Voeding 24 Vdc voor fotocellen en andere
accessoires
M11 Gemeenschappelijk voeding accessoires (-)
M12 Voeding 24 Vdc - TX fotocellen/optische lijsten
voor Functietest. Sluit de voedingskabels van de
zenders van de fotocellen aan tussen klemmetjes
M11 en M12 van de stuurcentrale
A1 Scherm antenne
A2 Centrale antenne
ADI Interface voor modules ADI
RECEIVER Implugbare ontvanger
FUSE 10A
MAINS Signaleert dat de stuurcentrale gevoed wordt
OVERLOAD Signaleert een overbelasting op de voeding van
de accessoires
4.10 - INPLUGBARE ONTVANGER
De stuurcentrale KB1 is uitgerust voor het inpluggen van een
ontvanger van de serie MR met een super heterodyne architectuur
met hoge gevoeligheid.
m LET OP: Let bijzonder goed op de richting van
inpluggen van verwijderbare modules.
De ontvangermodule MR heeft 4 kanalen ter beschikking aan elk
waarvan een besturing van stuurcentrale toegekend is:
• KANAAL 1 g START
• KANAAL 2 g VOETGANGERSSTART
• KANAAL 3 g STOP
• KANAAL 4 g SERVICELICHTEN
LET OP: voor de programmering van de 4 kanalen en van de
werklogica’s dient men de instructies die bij de ontvanger
MR gevoegd zijn, met aandacht te lezen.
4.11 - INTERFACE ADI
De stuurcentrale is uitgerust met een ADI (Additional Devices
Interface) die de aansluiting van een serie optionele modules van
de V2 productenlijn mogelijk maakt.
Raadpleeg de V2 catalogus of de technische documentatie om te
zien welke optionele modules met ADI voor deze stuurcentrale
beschikbaar zijn.
m LET OP: voor de installatie van de optionele modules
dient men de instructies die bij de afzonderlijke modules
gevoegd zijn, met aandacht te lezen.
Voor enkele toestellen is het mogelijk om de modus te
configureren waarmee ze met de centrale communiceren.
Bovendien is het nodig om de interface in te schakelen zodat
de centrale rekening houdt met de signaleringen die van het
ADItoestel afkomstig zijn.
Raadpleeg het programmeermenu i.Adi om de ADI-interface in
te schakelen en toegang te krijgen tot het configuratiemenu van
het toestel.
De ADI-toestellen gebruiken de display van de centrale om
alarmsignaleringen te bewerkstelligen of de configuratie van de
commandocentrale te visualiseren.
De op de Adi-interface aangesloten inrichting is in staat om de
eenheid drie soorten alarmen te signaleren die als volgt op het
display van de bedieningseenheid weergegeven worden:
• ALARM FOTOCEL - wordt het hoge segment ingeschakeld: het
hek stopt; wanneer het alarm ophoudt gaat het weer open.
• ALARM LIJST - wordt het lage segment ingeschakeld: het hek
draait de beweging gedurende 3 seconden om.
• ALARM STOP - knipperen beide segmenten: het hek stopt en
kan niet van start gaan zolang het alarm niet eindigt.
• SLAVE – segment onafgebroken aan: wordt gebruikt door
de optionele module SYNCRO om aan te geven wanneer de
centrale geconfigureerd is als SLAVE
ALLARM FOTOCEL
ALARM STOP
ALLARM LIJST
SLAVE