Voor de inbedrijfstelling
- 106 - 10.13
12.1 Laspistool aansluiten
 Sluit de centrale stekker 17 van het laspis-
tool op de centrale aansluitbus 11 aan.
17
11
Afb. 2: Laspistool aansluiten
12.2 Massakabel aansluiten
 Sluit de massakbel 18 op de aansluitbus
10 aan en zet deze goed vast middels
deze met naar rechts draaien te xeren.
10
18
Afb. 3: Massakabel aansluiten
12.3 Massaklem bevestigen
Afb. 4: Correct
 Bevestig de massaklem in de onmiddel-
lijke nabijheid van de lasplaats, zodat de
lasstroom niet via machineonderdelen,
kogellagers of elektrische schakelingen
kan terugstromen.
 Sluit de massaklem stevig op de lastafel
of het werkstuk aan.
Afb. 5: Verkeerd
Leg de massaklem niet op het lasappa-
raat c.q. gases, aangezien de lasstroom
anders via de aardingsverbindingen gaat
lopen en deze onherstelbaar zal bescha-
digen.
12.4 De lasdraadspoel plaatsen
Letselgevaar en brandgevaar
door gloeiende lasdraad of de-
len!
Door contact van de lasdraadspoel
en/of de lasdraad met de zijwand
of de bodem van het apparaat kan
kortsluiting ontstaan.
Let op bij het plaatsen van de las-
draadspoel dat deze correct wordt
afgewikkeld en geen kortsluitingen
kunnen ontstaan.
Stel de draadrolrem zo in, dat bij
het loslaten van de pistoolschake-
laar de lasdraadspoel niet naloopt.
 Open het zijdeel en draai de grote moer
20 van de draadafwikkeldoorn 22 af.
12 Voor de inbedrijfstelling
To Next Page
Loading...
