196
NL
zodanig zijn dat ze risico's voor kapwonden en/of meesleping veroorzaken.
4PEEXW MRHMIR RSSH^EOIPMNO ST FEWMW ZER HI VMWMGSEREP]WI ZIVZSVQFEVI
contactlijsten op het bewegende onderdeel.
,SYHIVVIOIRMRKQIIHEX^SEPWMWKIWTIGMƼGIIVHMRHIRSVQ92-)2
moet worden voldaan aan alle vereisten van de normen EN 12604 en EN 12453
IRMRHMIRRSHMK^ISSOQSIXIRKIGSRXVSPIIVH[SVHIR
De Europese normen EN 12453 en EN 12445 bepalen de minimum vereisten
voor de gebruiksveiligheid van automatische deuren en poorten. Ze voorzien
meer bepaald het gebruik van krachtbegrenzingen en van veiligheidsinrichtingen
KIZSIPMKI TPEXJSVQW MQQEXIVMʥPI FEVVMʢVIW HSHIQERW[IVOMRK IR^ SQ HI
aanwezigheid van personen of voorwerpen te detecteren die in eender welke
omstandigheid botsingen beletten.
De installateur moet de impactkrachten meten en moet op de
bedieningsregeleenheid de waarden van de snelheid en het koppel selecteren
die aan de gemotoriseerde deur of poort toestaan dat de beperkingen worden
gerespecteerd die zijn aangeduid in de normen EN 12453 en EN 12445.
ROGER TECHNOLOGY wijst alle verantwoordelijkheid af indien componenten
zijn geïnstalleerd die incompatibel zijn voor de veiligheid en de correcte werking.
%PWHIHSHIQERWJYRGXMIEGXMIJMWQSIXHIMRWXEPPEXIYVHIQE\MQEPIWXSTEJWXERH
SJLIXEPXIVREXMIZIKIFVYMOZERIIRZIVZSVQFEVIVYFFIVIRVERHHIWPYMXWRIPLIMH
van de opening en in het algemeen alle voorzorgsmaatregelen controleren die
worden bepaald door de toepasselijke regels. Als het bedieningsmiddel vast
MWQSIXLIXMRIIRTSWMXMI[SVHIRKITPEEXWXHMIHIFIWXYVMRKIRHI[IVOMRK
van de automatisering garandeert en dat het type van bediening en het type
van gebruik voldoen aan de norm UNI EN 12453 overzicht 1 (met de volgende
FITIVOMRKIRFIHMIRMRKX]TI%SJ&IRKIFVYMOWX]TISJ
In het geval van gebruik van de dodemansfunctie moeten alle personen
verwijderd worden die zich binnen het bereik van bewegende delen bevinden;
de directe bedieningen moeten worden geïnstalleerd op een minimum hoogte
ZERQIRQSKIRRMIXXSIKEROIPMNO^MNRZSSVLIXTYFPMIOFSZIRHMIRQSIXIR
^IXIR^MNHIMRVMGLXMRKQIXHIWPIYXIP[SVHXFIHMIRHHMVIGX^MGLXFEEVSTLIX
KIQSXSVMWIIVHIHIIPKITSWMXMSRIIVH^MNRYMXHIFYYVXZERFI[IKIRHIHIPIR
Breng de signaleringen aan die door de huidige voorschriften worden vereist
SQHIKIZEEVPMNOI^SRIWXIMHIRXMƼGIVIR
)POIMRWXEPPEXMIQSIXIIR^MGLXFEVIMRHMGEXMILIFFIRZERHIMHIRXMƼGEXMIKIKIZIRW
ZERHIKIQSXSVMWIIVHIHIYVSJTSSVXMRSZIVIIRWXIQQMRKQIXHIRSVQ)2
SJPEXIVILIV^MIRMRKIR
Voorzie op het stroomtoevoernet een scheidingsschakelaar met openingsafstand
tussen de contacten van minstens 3 mm; plaats de scheidingsschakelaar op
3**IROSTTIPIZIRXYIPIFYJJIVFEXXIVMNIRPSWZSSVHEXIIRHIV[IPOIVIMRMKMRKSJ
onderhoudshandeling wordt uitgevoerd.
Controleer dat vóór de elektrische installatie een aardlekschakelaar met drempel
ZER%IRIIRKIWGLMOXIFIZIMPMKMRKXIKIRSZIVFIPEWXMRKEER[I^MKMWQIX
inachtneming van de regels van de kunst en de geldende normenstelsels.
7PYMX MRHMIR KIZVEEKH HI EYXSQEXMWIVMRK EER ST IIR HSIPXVIJJIRH