Contact met spanningvoerende delen
kan elektrische schokken veroorzaken.
Brandgevaar door vonken of overbelasting.
▪ Sluit geen beschadigd apparaat of be-
schadigde onderdelen (zoals aansluit-
kabels) aan op de voedingsspanning.
▪ Controleer de veiligheidsapparatuur
op volledigheid en werking.
▪ Veiligheidsvoorzieningen en afdekkin-
gen die op het apparaat zijn beves-
tigd, mogen niet worden verwijderd.
▪ Let voorafgaand aan de aansluiting
op de voeding op het volgende:
‐ Geldende lokale elektrische veilig-
heidsvoorschriften.
‐ Geldende normen en veiligheidsin-
structies.
‐ Informatie op het typeplaatje (zie
→Typeplaatje en serienummer).
‐ De netspanning en de netfrequentie
moeten overeenkomen met de infor-
matie op het typeplaatje.
▪ Alleen getraind personeel mag het
apparaat loskoppelen.
▪ Bij beschadiging van het apparaat tij-
dens het gebruik en voorafgaand aan
onderhoudswerkzaamheden moeten
de volgende veiligheidsvoorschriften
in acht worden genomen:
1. Apparaat loskoppelen (alle aansluitingen
en alle kanten uitschakelen).
2. Beveilig het apparaat tegen opnieuw in-
schakelen.
▪ Alleen vakkrachten mogen bescha-
digde onderdelen vervangen, zoals
bijv.:
–
Aansluitkabels
–
Lampen (zie →Vervangen van de lampen)
▪ De aansluitkabels mogen niet worden
platgedrukt of geknikt.
▪ Gebruik geen verlengkabels of ver-
deeldozen.
▪ Gebruik geen stoom- en hogedrukrei-
nigers voor de basisreiniging.
▪ Beschadig afgedekte elektrische on-
derdelen niet. Boor niet in het appa-
raat en voer geen andere werkzaam-
heden aan het apparaat uit.
Het koelmiddel is licht ontvlambaar.
Bij lekkages kan ontvlambaar koelmid-
del ontsnappen en een explosief
gas/luchtmengsel vormen.
Dit kan vervolgens leiden tot brand en explo-
sie en dus tot brandgevaar.
▪ Het koelmiddel R-290 (propaan) be-
hoort tot veiligheidsgroep A3 volgens
EN 378-1. Het gebruikte koudemid-
del en de vulcapaciteit staan vermeld
op het typeplaatje (zie →Typeplaatje
en serienummer).
▪ Verwijderd houden van ontstekings-
bronnen (hitte, vonken, open vlam-
men, hete oppervlakken).
▪ Gebruik een vochtige doek of spons om
dooiwater te verwijderen en om schoon
te maken. Gebruik geen droge doeken
of sponzen voor het droogwrijven. (Ge-
vaar voor elektrostatische lading en vor-
ming van vonken).
▪ Sluit de ventilatieopeningen in de be-
huizing van het apparaat niet af. Ge-
bruik alleen originele accessoires.
▪ Gebruik geen mechanische of an-
dere middelen (zoals ijsschrapers)
om het ontdooien te versnellen.
▪ Gebruik geen elektrische apparaten
(zoals natstofzuigers) in het koelge-
deelte die niet voldoen aan het door de
fabrikant aanbevolen type. Apparaten
met een explosiebeschermingsmarke-
ring zijn toegestaan (zie →Verklaring
van de pictogrammen).
▪ Gebruik geen stoom- en hogedruk-
reiniger.
▪ Plaats het apparaat alleen in goed
geventileerde ruimtes.
▪ Installeer het apparaat niet in kelders
of in verlaagde ruimtes.
▪ Kanalen en wanddoorvoeren moeten
op een brandveilige manier onder en
achter het apparaat worden afgedicht.
▪ Beschadig het koudemiddelcircuit niet.
▪ Stel het apparaat tijdens transport en
opslag niet bloot aan temperaturen
boven de 70°C (158 °F).
▪ Vermijd de overdracht van schokken
en trillingen op het apparaat.
▪ Vermijd hevige externe schokken van
het apparaat, zoals door het onzorg-
vuldig hanteren met een heftruck of
door een vloerreinigingsmachine.
▪ Boor niet in het apparaat en voer
geen andere werkzaamheden aan
het apparaat uit.
▪ Buisleidingen niet platdrukken of ver-
buigen.
▪ Alleen vakkrachten mogen werk-
zaamheden aan het koudemiddelcir-
cuit uitvoeren.