EasyManua.ls Logo

Dräger Polaris 50

Dräger Polaris 50
156 pages
Go to English
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
NLD
116
15. ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT (EMC)
Medische elektrische apparatuur is onderhevig aan speciale voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit. Dit
apparaat kan door andere elektrische apparaten worden beïnvloed.
Dit apparaat wordt met accessoires uit de accessoirelijst op elektromagnetische compatibiliteit getest. Andere accessoires mogen alleen worden
gebruikt als de elektromagnetische compatibiliteit niet worden belemmerd. Het gebruik van niet-conforme accessoires kan tot hogere
elektromagnetische emissies of een verlaagde elektromagnetische immuniteit van het apparaat leiden.
WAARSCHUWING
Gevaar door een te kleine veiligheidsafstand
Als mobiele hoogfrequente communicatieapparaten te dicht bij dit apparaat worden gebruikt, kunnen fouten optreden die gevaarlijk zijn voor de
patiënt.
Er dient een veiligheidsafstand van minimaal 0,3 m (1,0 ft) te worden aangehouden.
Elektromagnetische omgeving
Het apparaat mag alleen worden gebruikt in omgevingen die zijn gespecificeerd in het gedeelte "Toepassing" van de gebruiksaanwijzing.
Het medische apparaat is bedoeld voor werking in een elektromagnetische omgeving zoals hieronder gespecificeerd
Emissies
Conformiteit
Elektromagnetische omgeving
HF-emissies
EN 55011 (CISPR 11)
Gestraald: 30 MHz tot 1 GHz
Geleid: 150 kHz tot 30 MHz
Klasse B, groep 1
Het medisch hulpmiddel is bedoeld voor gebruik in
alle instellingen, met inbegrip van huishoudelijke
omgevingen die rechtstreeks (zonder transformator)
aangesloten zijn op hetzelfde laagspanningsnet als
gebouwen voor woondoeleinden.
Emissies van harmonischen
(IEC 61000-3-2)
Klasse A
Emissies van
spanningsschommelingen en
spanningsflikkering
(IEC 61000-3-3)
Eis wordt nageleefd
Immuniteit tegen
Testniveau en na te leven
elektromagnetische omgeving
Elektromagnetische omgeving
Elektrostatische ontlading
(IEC 61000-4-2)
Contactontlading: ±8 kV
Ontlading via de lucht: ±15 kV
Vloeren van hout, beton of keramische tegels hebben
de voorkeur. Bij synthetische vloeren moet de
relatieve luchtvochtigheid ten minste 30% zijn.
Snelle elektrische transiënten en
lawines (IEC 61000-4-4)
Netkabel: ± 2 kV
Langere signaal-ingangsleidingen/signaal-
uitgangsleidingen: ± 1 kV
De kwaliteit van de netvoeding moet die voor een
typische commerciële of ziekenhuisomgeving zijn.
Stootspanningen (surges)
(IEC 61000-4-5)
Spanning:
Fase tegen fase: ± 1 kV
Fase tegen aardkabel: ± 2 kV
Kortstondige spanningsdalingen en
-onderbrekingen en
spanningsvariaties
(IEC 61000-4-11)
30% tot 100%, 10 ms tot 5 s, verschillende
fasehoeken
Magneetveld bij netfrequentie
(IEC 61000-4-8)
50Hz en 60Hz: 30 A/m
In de nabijheid van het medische hulpmiddel mogen
geen installaties met buitengewoon sterke
magneetvelden op de netfrequentie in bedrijf zijn
(voorbeeld: een transformatorstation).
Uitgestraalde HF-transiënt
(IEC 61000-4-3)
80 MHz tot 2,7 GHz: 10 V/m
Er kan zich een storing voordoen in de buurt van de
met het volgende symbool gemarkeerde apparatuur:
Geleide HF-transiënten
(IEC 61000-4-6)
150 kHz tot 80 MHz: 3 V
rms
ISM-banden en amateurbanden: 6 V
rms

Table of Contents

Related product manuals