Marantz SR-73 - Wissen Van Voorkeurzenders; Instellingen; Instellen Van Het Surround-VOIUME; Hall Surround, Matrix Surround en Simulated Stereo

Wissen van veorkeurzenders
U kunt voorgeprogrammeerde zenders als volgt uit het geheugen wissen:
1. Roep de te wissen voorkeurzender op zoals hierboven beschreven in
“Oproepen van een voorkeurzender”.
2. Druk op MEMO @.. Indicator MEMO knippert nu 5 seconden lang op
het display. Druk in die tijd op 0/CL 4. Op het display verschijnt CLEAR
ter bevestiging dat de betreffende zender gewist Is.
* Indien gewenst, kunt u het hele geheugen in een keer wissen.
Druk daartoe tegelijkertijd op MEMO @ en O/CL @.
Instellingen
Instellen van het surround-volume
Als u in de DOLBY surround-modus naar een film of video kijkt, kunt u
deze procedure gebruiken om het volume van de voor-, midden- en
achterluidsprekers bij te stellen.
1. Draai knop VOLUME volledig naar links.
2. Druk op knop SURR.MODE 4) en kies Pro-logic.
3. Druk op CENTER MODE 48) om de juiste modus voor uw luidspreker-
systeem te kiezen. In dit voorbeeld is dat NORMAL.
4. Druk op knop T.(est) TONE ©. U hoort nu achtereenvolgens een
testtoon op de linker-, midden-, rechter- en achterluidsprekers.
5. Draai knop VOLUME 4) langzaam naar rechts om het volume te
verhogen.
6. Regel met de afstandsbediening het volume van de testtoon op de
midden- en achterluidsprekers zo af dat het voor alle luidsprekers
hetzelfde niveau lijkt te hebben.
De receiver is in de fabriek zo afgesteld dat de balans in een normale
ruimte goed klinkt: verander de instelling dus alleen als dat echt nodig
is.
7. Als u klaar bent met het bijstellen van het volume, drukt u nogmaals
op T.(est) TONE ©) om de testtoon uit te schakelen.
Hall Surround, Matrix Surround en Simulated Stereo
® Bij andere stereobronnen dan Dolby Surround is de component die
voor het ruimtelijke effect zorgt gecombineerd met het bronsignaal.
Om aan deze bronnen toch een ruimtelijk effect te geven, moet u Hall
Surround of Matrix Surround kiezen. Kies het gewenste effect met de
knop SURR.(ound) MODE ®.
® Gebruik bij een mono-bron Simulated Stereo. Hiermee wordt door
inlassing van een kleine vertraging tussen het rechter- en het linker-
kanaal een stereo-effect gecreéerd.
De vertragingstijd kan bij stereosimulatie op dezelfde manier worden
ingesteld als bij de andere surround-modi.
In de Hall Surround-modus leveren de achterluidsprekers een
stereosomsignaal (L+R).
In de Matrix Surround-modus leveren de achterluidsprekers
een stereo-verschilsignaal (L-R).
In beide gevallen wordt een digitaal vertragingseffect gebruikt,
waardoor het geluid op de achterluidsprekers een fractie van
een seconde (2-33 usec) later komt dan het geluid op de
voorluidsprekers.
Nadat u de gewenste Surround-modus hebt ingesteld, kunt u
uw keuze bevestigen door op SURR.(ound) ON/OFF @ te
drukken.
In deze modi is de middenluidspreker buiten werking.
Weergeven van een audio- of videobron
Normale weergave
1. Draai knop VOLUME 4 in de laagste stand.
2. Druk op POWER @ om de receiver aan te zetten.
3. Druk op de gewenste functieknop @3 ® zoals aangegeven in onder-
staande tabel.
4. Zet de gewenste bron aan.
Stel nu het geluid in met VOLUME 4. Stel eventueel de klankkleur bij
met BASS en TREBLE @9.
46
Bron Functieknop
CD-speler CD
Tuner FM of AM
Laserdisc-speler LD
Videorecorder 1 VCR 1
Videorecorder 2 VCR 2
Platenspeler PHONO
Digitale Compact Cassettedeck DCC
Cassettedeck TAPE MONI
Luisteren naar een andere audiobron tijdens het
kijken naar een videobron
1. Stel de receiver in op een van de volgende videobronnen: LD, VCR1 of
VCR2 @®.
2. Kies vervolgens een van de volgende audiobronnen: CD, PHONO, FM
of AM, DCC @ @.
Regel het volume met VOLUME 49.
Regel de klankkleur met BASS en TREBLE @3.
Opnemen of kopiéren van een videobron
In dit voorbeeld worden geluid en beeld van een LaserDisc opgeno-
men op een videoband in videorecorder 1.
1. Druk op functieknop LD @.
2. Start de LaserDisc-speler.
3. Start de opname op videorecorder 1.
Voor bijzonderheden over afspelen en opnemen moet u de gebruiks-
aanwijzing van de videoapparatuur raadplegen.
Kopiéren van beeld en geluid van de ene videorecorder naar de
andere
1. Druk op functieknop VCR2 @®.
2. Start de band in videorecorder 2.
3. Start de opname op videorecorder 1.
Instellen van de digitale vertragingstijd
1. Druk op SURR.(ound) MODE @) en stel de gewenste surround-
modus in.
2. Druk op DELAY ©). De ingestelde vertragingstijd verschijnt 5 secon-
den lang op het display.
3. Als uop DELAY © drukt terwijl de vertragingstijd op het display staat,
neemt de vertragingstijd bij elke druk op de knop in stapjes van 5 ms
toe, van 5 tot 30 ms. Als uop DELAY © drukt terwij! een vertragings-
tijd van 30 ms ophet display staat, neemt de vertragingstijd eerst toe
tot 33 ms, bij de volgende druk wordt de vertragingstijd 2 ms, dan 5 ms
en daarna neemt hij bij elke druk weer toe met 5 ms.
4. Het regelbereik is 15-30 ms in de DOLBY-modus en 2-33 ms in alle
andere modi.
De laatst ingestelde vertragingstijd in elke surround-modus blijft in het
geheugen staan, ook als de apparatuur wordt uitgeschakeld.
* U kunt voor deze instelling ook de afstandsbediening gebruiken.
AKOESTISCH GEHEUGEN
Met deze functie kunt u 5 gecombineerde instellingen van surround-
modus plus digitale vertragingstijd, center-modus en volume van de
midden- en achterluidsprekers onder 5 voorkeuzenummers in het geheu-
gen opslaan.
Opslaan van de instellingen in het geheugen
1. Kies de gewenste surround-modus en stel de vertragingstijd en, met
de afstandsbediening, het volume van de midden- en achterluidsprekers
in die u in het geheugen wilt opslaan.
2. Druk op ACOUSTIC ®. Indicator ACOUS verschijnt op het display en
knippert met pauzes van 0,2 seconde als nog geen instellingen in het
akoestische geheugen zijn opgeslagen.
3. Druk binnen 2 seconden na de vorige stao op MEMO @. Op het
display knipperen ACOUS en MEMO.
4. Druk op een van de cijferknoppen 1 t/m 5 om de insteilingen op te
slaan.
5. Druk nu binnen 8 seconden na de vorige stap op MEMO 4. De
instellingen zijn nu onder het gekozen nummer in het geheugen
opgeslagen.