47
9.3 Overige storingen
9.3.1 Brander ontsteekt luidruchtig
Mogelijk is de huisdrukregelaar defect. Neem contact op met het energiebedrijf.
Onjuiste ontsteekafstand.
Controleer de ontsteekpenafstand m.b.v. de controlemal.
Vervang de ontsteekpen.
Gas-luchtregeling niet goed ingeregeld.
Controleer de afstelling, zie Gas- luchtregeling §8.2 en § 7.8.
Controleer de ontsteekpenafstand m.b.v. de controlemal.
Controleer en/of vervang de ontsteekkabel.
Vervang de ontsteekunit op het gasblok. Vervang de ontsteekpen.
9.3.2 Brander resoneert
Voordruk te laag. Lager dan 20 mbar.
Mogelijk is de huisdrukregelaar defect. Neem contact op met het energiebedrijf.
Recirculatie verbrandingsgassen.
Controleer de verbrandingsgasafvoer en het luchttoevoersysteem.
Gas- luchtregeling niet goed ingeregeld.
Controleer de afstelling, zie Gas- luchtregeling § 8.2 en § 7.8.
Vervang de branderpakking.
9.3.3 Geen verwarming (CV)
Het service display geeft niets aan.
Controleer of de steker in de wandcontactdoos is gestoken.
Het service display geeft niets aan.
Controleer de zekering, zie Elektrisch schema § 10.1
Het service display geeft een balkje (
-
)
weer. De ketel staat uit.
Schakel de ketel in m.b.v. de toets.
Kamerthermostaat/weersafhankelijke regeling
niet aangesloten of defect.
Controleer de bedrading.
Controleer OpenTherm, Aan/uit aansluiting van het toestel of de verbinding tussen
CV-ketel en RF-kamerthermostaat .Vervang de thermostaat.
Vervang de weersafhankelijke regeling.
Pomp draait niet. Display geeft 80 en 1 weer.