EasyManua.ls Logo

Bosch ACS 752 - Diagnose; Diagnose Voorbereiden; Diagnose Uitvoeren

Bosch ACS 752
456 pages
Go to English
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
S P00 D00 159 2019-03-01| Robert Bosch GmbH
200 | ACS 752 | Test airconditioning in voertuignl
9.3 Diagnose
! De diagnosesoftware van ACS 752 werd ontwikkeld
ter ondersteuning en instructie bij defecten aan de
airconditioning in voertuig. De diagnose en de aan-
bevelingen zijn slechts oriëntatiewaarden en geen
reparatieadviezen.
9.3.1 Diagnose voorbereiden
! Plaats het voertuig beschermd tegen wind en zon-
bestraling. Zelfs een geringe luchtbeweging kan een
vervalsing van de waarden veroorzaken.
! Neem bovendien de menugids ACS 752 in acht.
1. Service-slangleidingen met het voertuig verbinden.
2. Motorkap alleen neerleggen, niet sluiten.
3. Motor van het te testen voertuig starten.
i De motor moet op bedrijfstemperatuur zijn.
4. Toerental van het voertuig op 1500 – 2000 omw./min
verhogen en houden.
5. Airconditioning in voertuig inschakelen.
6. Ventilatieopeningen (midden van het voertuig) ope-
nen.
7. Airconditioning in voertuig op maximaal koelvermo-
gen instellen.
8. Ventilatie op maximale ventilatiestand zetten.
9. Circulatielucht uitschakelen.
10. Deuren en ramen openen.
! Controleren of de compressor inschakelt.
i Wachten tot de airconditioning in voertuig gelijkma-
tig koelt (3 - 5 minuten).
! Omgevingstemperatuur correct meten. De afstand
moet ca. 1 m voor het voertuig bedragen.
! De meting in directe nabijheid van de motor kan een
verkeerde diagnose tot gevolg hebben.
11. Omgevingstemperatuur meten en noteren.
12. Hogedruk-manometer: De maximale drukwaarde bij
ingeschakelde compressor aflezen en noteren.
13. Lagedruk-manometer: Laagste drukwaarde bij inge-
schakelde compressor aflezen en noteren.
14. Temperatuur: Gemiddelde waarde van de luchttem-
peratuur (gemeten bij de middelste ventilatieope-
ningen) meten en noteren.
9.3.2 Diagnose uitvoeren
i De diagnosefunctie functioneert alleen wanneer in
de databank een voertuig is geselecteerd en bij aan-
sluiting van twee service-aansluitingen.
i Als er nog geen voertuig is geselecteerd, opent de
ACS 752 de databank en biedt de mogelijkheid een
voertuig te selecteren om vervolgens de diagnose uit
te voeren.
! Neem bovendien de menugids ACS 752 in acht.
1. Startbeeldscherm oproepen.
2. <MENU> indrukken.
3. <2> indrukken voor "Functies".
4. <3> indrukken voor "Diagnose".
5. Aantal service-slangleidingen selecteren.
i Bij de diagnose is alleen de invoer van 2 service-aan-
sluitingen mogelijk.
6. Voertuig uit de voertuigdatabank selecteren.
7. Gegevens overnemen.
8. De gemeten omgevingstemperatuur invoeren en met
<OK> bevestigen.
9. De afgelezen drukwaarde (HP) invoeren en met
<OK> bevestigen.
10. De afgelezen drukwaarde (LP) invoeren en met
<OK> bevestigen.
11. De bij de ventilatieopeningen gemeten omgevings-
temperatuur invoeren en met <OK > bevestigen.
i Diagnose:
De ingevoerde gegevens en de status worden weer-
gegeven. Een lijst met mogelijke oorzaken en de mo-
gelijkheid tot het oplossen van de storingen wordt
weergegeven.
i Afdrukken met <OK>
i Terug met <ESC>.

Table of Contents

Related product manuals