2 MONTAGE ACHTER DE TREKKER
De draaikoptandwielkast (fig. 3) aan de trekkerzijde van de
trekboom is zowel geschikt om aangedreven te worden met
een aftakastoerental van 540 omw./min. als met 1.000 omw./
min.. Wisselen tussen de toerentallen kan door de tandwiel-
kast simpelweg om te draaien. In bijlage B wordt dit
uitgelegd.
- Verzeker u ervan dat het aangegeven toerental op de
voorzijde van de tandwielkast overeenkomt met het af-
takastoerental dat u wilt gaan gebruiken.
- Stel de hefarmen van de trekker op gelijke hoogte in.
- Bevestig de hefarmen aan de ophangpennen (cat II) van de
bok.
- Hef de bok zover op dat de trekboom horizontaal staat.
- Zet de steunpoot omhoog (fig. 3).
- Zet de hefarmen van de trekker met stabilisatiekettingen of
-stangen vast, zodat de bok geen zijdelingse bewegingen
kan maken.
- Controleer of de koppelingsas gemakkelijk in- en uit-
schuift.
- Monteer de koppelingsas aan de trekkeraftakas.
Controleer bij de eerste montage of gebruik van een
andere trekker de minimale en maximale overlapping van
de ashelften*.
• Bevestig de veiligheidsketting van de beschermbuis aan
een vast deel van de trekker.
- Sluit de twee hydraulische slangen van de cilinder van de
trekboomverstelling aan op een dubbelwerkend hydrau-
lisch ventiel van de trekker.
- Sluit de hydraulische slang voor het heffen van de machine
aan op een enkelwerkend hydraulisch ventiel, voorzien van
een zweefstand.
- Steek de stekker van de verlichtingskabel in de 7-polige
stekkerdoos op de trekker en controleer de juiste
werking van de verlichting.
*
Raadpleeg de bij de koppelingsas behorende instructie
9
!
3
!