De automatisering is gereed voor het gebruik van verschillende accessoires die
de functionaliteit daarvan verhogen en de veiligheid garanderen. Met name: de
besturingseenheid kan tot 150 toetsen van zenders mod. FLO4R-S en tot 4
stel fotocellen, mod. MOF/MOFO in het geheugen opslaan.
Het product werkt op stroom die van het elektriciteitsnet afkomstig is; in geval
van stroomuitval (black-out)biedthetdemogelkheiddedeur“metdehand”te
manoeuvreren; hiervoor ontgrendelt u de trekwagen met het daarvoor bestem-
de koordje.
2.2 – COMPONENTEN VOOR HET AANLEGGEN VAN EEN
COMPLETE INSTALLATIE
Afb. 2 laat alle componenten zien die voor het aanleggen van een complete
installatienuttigzn,zoalsdieopafb. 8 te zien is.
AANBEVELING!
Enkele componenten die op afb. 2 zijn afgebeeld, zijn niet stan-
daard en het kan zijn dat die niet in de verpakking zitten.
Lst van de nuttige componenten:
[a] - elektromechanische reductiemotor
[b] -geleideruitéénstuk
[c] - beugels om de reductiemotor aan het plafond te bevestigen
[d] - beugels om de geleider aan de wand te bevestigen
[e] -mechanischestopomdewagenbdeeindpositietelatenstoppen
[f] - terugloop van de ketting
[g] - trekkettin
[h] -trekstangvandedeur(alleen voor sectionaaldeuren)
[i] - trekwagen
[l] - koordje met knop voor het ontgrendelen van het automatisme
[m] - beugel voor het koppelen van de trekstang aan de deur
[n] - kantelarm en de trekstang daarvan
(mod.SPA5, alleen voor kanteldeuren)
[o] -stelfotocellen(vooraandewand)mod.MOF/MOFO
[p] -(hand)zendermod.FLO4R-S
[q] -radiograschbedieningspaneelmod.MOTXR(vooraandewand)
[r] -metalenverbruiksmateriaal(schroeven,borgringetjes,etc.)
*
(
*
) N.B. – De schroeven die nodig zn om de componenten aan de muur
te bevestigen zn niet in de verpakking inbegrepen. Het type schroe-
ven hangt namelk af van het materiaal en de dikte van de muur waar
z voor zullen worden gebruikt.
STAP 3
CONTROLES VOOR HET INSTALLEREN
Voordat u gaat installeren, dient u te controleren of de onderdelen van het pro-
ductintactznenhetuitgekozenmodelendevoorinstallatiebestemdeomge-
ving geschikt is.
BELANGRK – De reductiemotor kan geen deur automatiseren die niet
al goed en veilig functioneert Evenmin kan z defecten verhelpen die
het gevolg zn van een verkeerd uitgevoerde installatie van de deur of
slecht onderhoud daaraan.
3.1 – CONTROLEREN VAN DE GESCHIKTHEID VAN DE
OMGEVING EN DE TE AUTOMATISEREN DEUR
• Beenautomatiseringmeteenbuitendegeveldraaiendekanteldeurdientuna
tegaanofdedeurgeenobstakelopdeopenbareweg(ookhettrottoir)vormt.
• Controleer of de mechanische structuur van de deur geschikt is om conform
deinuwlandvankrachtzndevoorschriftengeautomatiseerdteworden.
• Controleer of de mechanische structuur van de deur stevig genoeg is en
vergewisuervandatdedeurnietuitzngeleiderskanlopen.
• Controleer wanneer u de deur handmatig opent en sluit, of tijdens de
manoeuvredewrvingopelkpuntgelkmatigenconstantis(er mogen geen
momenten met een grotere belasting voorkomen).
• Controleer of de deur goed uitgebalanceerd is, d.w.z. de deur mag niet in
bewegingkomenwanneerdemanoeuvreopeenwillekeurigestand(handma-
tig) onderbroken wordt .
• Controleer of de ruimte rond de reductiemotoren groot genoeg is om de
deurgemakkelkenveilighandmatigtekunnenontgrendelen.
• Controleer of de door u gekozen plaats voor het installeren van de verschil-
lende inrichtingen stevig genoeg is en een stabiele bevestiging gegarandeerd is.
•Controleerofalleteinstallereninrichtingenaangebrachtznopeenveiligeen
tegen stoten beschermde plaats.
• Controleer of de uitgekozen bevestigingsvlakken van de fotocellen goed vlak
znwaardooreengoedeuitlningtussendefotocellenmogelkis.
3.2 – CONTROLEREN VAN DE GEBRUIKSLIMIETEN VAN HET
PRODUCT
Omvasttestellenofhetproductgeschiktisvoordespecicatiesvanuwdeur
endespeciekecontextvandeautomatiseringishetnoodzakelkonder-
staandecontrolesuittevoerenentecontrolerenofzinovereenstemmingzn
metdetechnischegegevensindezeparagraafalsookdiewelkevervatznin
hoofdstuk “Technische gegevens van het product”.
• Controleer of de deur qua afmetingen en gewicht binnen onderstaande gren-
zen valt:
N.B. – Als gevolg van de vorm van de deur of bepaalde weersomstandigheden
(bvoorbeeld de aanwezigheid van harde wind), kunnen deze maximumwaar-
den lager komen te liggen. In dit geval is het belangrk de kracht te meten die
vereist is om de deur onder de meest ongunstige omstandigheden te verplaat-
sen, en die met de in de technische kenmerken van de reductiemotor vermelde
gegevens te vergelken.
• Controleer of de plaats van bevestiging voor de reductiemotor en de geleide-
rail in overeenstemming is met de buitenmaten van de automatisering. Contro-
leervervolgensofhetmogelkisdeopafb. 3, 4 en 5 aangewezen minimale en
maximale ruimten aan te houden.
Let op! – Als het resultaat van deze controles niet in overeenstem-
ming met de voorschriften is, kan dit model niet gebruikt worden
om uw deur te automatiseren.
STAP 4
4.1 – VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
4.1.1 – Karakteristieke referentie-installatie
Op afb. 6, 7, 8 ziet u een voorbeeld van automatisering zien die tot stand is
gekomenmetdeverschillendeonderdelendiecompatibelznmetditproduct.
Deze componenten worden geplaatst en geassembleerd volgens een karakte-
ristiekengebruikelkschema.Ditzn:
a - Elektromechanische reductiemotor
b - Geleiderails voor de wagen
c - Trekwagen
d - Mechanische stop voor het laten stoppen van de wagen in de eind-
positie
e - Knop voor het handmatig ontgrendelen van de wagen
f - Beugel om de wagen aan de deur te koppelen
g - Stel fotocellen (voor aan de wand) mod. MOF/MOFO
h - Radiograsch bedieningspaneel (voor aan de wand) mod. MOTXR
i - Handzender mod. FLO4R-S
l - Knop
4.1.2 – Vaststellen van de plaats van de verschillende componenten
Gebruik afb. 6, 7 en 8 als voorbeeld voor het ongeveer vaststellen van de
plaatswaarudeverschillendecomponentenzoalsdieindeinstallatieznvoor-
zien, gaat installeren.
4.1.3 – Vaststellen met welk schema de inrichtingen te verbinden
Raadpleeg afb. 10 en STAP 6 om vast te stellen met welk schema u de inrich-
tingen van de installatie gaat verbinden.
4.1.4 – Controleren van het voor het te verrichten werk benodigde
gereedschap
Voordat u het product gaat installeren dient u zich ervan te vergewissen over al
het gereedschap en het materiaal te kunnen beschikken dat nodig is voor het
uitvoerenvandewerkzaamheden(zievoorbeeldopafb. 9). Controleer boven-
dienofditingoedestaatverkeerteninovereenstemmingismetdeplaatselke
regelgeving inzake veiligheid.
4.1.5 – Uitvoeren van de voorbereidende werkzaamheden
U kunt nu de sleuven voor de buizen van de elektriciteitskabels trekken of,
als alternatief, kabelgootjes voor buiten aanleggen, bovengenoemde buizen in
het cement vastzetten of andere voorbereidingen treffen die ertoe dienen de
omgeving klaar te maken voor de hierna komende installatiewerkzaamheden.
LET OP! – Plaats de uiteinden van de buizen voor doorvoer van elektri-
citeitskabels vlakb het punt waar de verschillende componenten zul-
len worden bevestigd.
N.B.:
• De buizen hebben tot doel de elektriciteitskabels te beschermen en onvoor-
ziene breuk daarvan te voorkomen, zoals bvoorbeeld b stoten.
• De “vaste” bedieningsorganen dienen zo geplaatst te worden dat de deur
zichtbaar is, maar uit de buurt van de bewegende delen hiervan en op een
hoogte van meer dan 150 mm.
Nederlands – 3
NL
SHEL60KIT SHEL75KIT
Sectionaaldeuren 350 x 240 cm 400 x 240 cm
Buiten de gevel 350 x 280 cm 400 x 280 cm
draaiende kanteldeuren
Binnen de gevel 350 x 220 cm 400 x 220 cm
blijvende kanteldeuren