NL 268 A6V10816676_----_d Siemens Building Technologies
Integratie
Ga als volgt te werk om de meter te integreren:
• Bepaal de montageplaats overeenkomstig de tekst op de meter.
• Neem de afmetingen van de meter in acht en controleer of er voldoende vrije
ruimte aanwezig is.
• Spoel de installatie grondig voor het inbouwen van de meter en sluit de kogelkra-
nen.
• Verwijder de spoelbuis uit de installatie.
• Verwijder de schroefdraadbeschermingskappen op de nieuwe meter.
• Monteer de meter verticaal of horizontaal zo tussen twee kogelkranen, dat de pijl
op de doorstroomsensor en de stromingsrichting overeenkomen. Neem daarvoor
de inbouwsituaties en de volgende voorbeelden in acht.
• Monteer de temperatuursensoren in hetzelfde circuit als de meter.
Belangrijke montageinstructies
De sensorkabels (bijv. temperatuursensorkabels) moeten op een afstand van
ten minste 50 mm vanaf bronnen van elektromagnetische storingen (schake-
laarselektrischemotorenuorescentielampengelegdorden
De ingebouwde meter is een drukgeleidend onderdeel! Gevaar voor brand-
wonden door heet water! Montage alleen door vakkundig personeel.
Bedieningshandleiding, werkomstandigheden en inbouweisen volgens
EN 1434-6 in acht nemen!
Correcte heen- of teruggaande montagerichting en -positie van de door-
stroomsensor in acht nemen!
Monteer de nieuwe meter altijd met nieuwe afdichtingen!
Temperatuursensoren kunnen in kogelventielen, in T-stukken, direct gedom-
peld of in dompelhulzen gemonteerd worden. De sensoruiteinden moeten
minstens tot het centrum van de buisdiameter lopen.
Neemnationaleenlandspeciekevoorschritenvoorhetgebruikvandompel
hulzen in acht!
Bij gevaar voor condensatie c.q. koudebe-
handelingen moet het rekenmechanisme op
een wand en hoger dan het debietmeet-
gedeelte gemonteerd zijn (1).
Bij de wandmontage moet de kabel vanaf het
rekenmechanisme zo gelegd worden dat er
geen condens in het spoelenlichaam (2) van
het debietmeetgedeelte kan stromen of
druppelen.
1
2
To Next Page
Loading...
Need help?
General
