MDG 1
Nederlands
192
Motordiagnoseapparaat MDG 1
De netspanning en de werkspanning
van het netvoedingsapparaat moeten
overeenkomen.
N De netstekeradapter voor de
contactdoos kiezen
N De adapter in uitsparing (1) van het
netvoedingsapparaat schuiven – de
adapter moet hoorbaar vastklikken
Adapter lostrekken:
N Vergrendeling (2) indrukken en de
adapter lostrekken
N Aansluitkabel (1) met de steker (B)
van het motordiagnoseapparaat
aansluiten op de stekerbus (2) van
het netvoedingsapparaat – op de
codering van de stekerverbinding
letten
N Stekerverbindingen vastschroeven
N Het netvoedingsapparaat in de
contactdoos steken
Na het aansluiten van het
motordiagnoseapparaat op het lichtnet
vindt een automatische zelftest plaats.
Tijdens de procedure brandt de led (1)
op het motordiagnoseapparaat eerst
groen, daarna geel, vervolgens rood en
aansluitend hierop constant groen – de
zelftest is beëindigd
Led (1) brandt constant rood: interne
storing – diagnoseapparaat vervangen.
Led (2) knippert wit: apparaat is
bedrijfsklaar – geen verbinding met de
computer – verbinding controleren.
Accudiagnoseapparaat ADG 1
De netspanning en de werkspanning
moeten overeenkomen.
N Netsteker (1) in de contactdoos (2)
steken
Op het display van het apparaat
verschijnt de melding (in de volgende
tekst op een grijze achtergrond):
Na het aansluiten van het apparaat op
het lichtnet vindt een automatische
zelftest plaats. Tijdens deze procedure
brandt led (3) op het apparaat
gedurende ca. 1 seconde groen, geel,
daarna rood en gaat weer uit.
Diagnoseapparaat elektrisch
aansluiten
Accudiagnoseapparaat
ADG 1
Zelftest