129
6.5 Functionele test
Vóór elk gebruik en na elke intraoperatieve wisseling van opzetstuk en
gereedschap moet de functietest worden uitgevoerd.
► Controleer of het opzetstuk stevig is aangekoppeld: Trek aan het opzet-
stuk.
► Controleer of het instrument goed vastzit: trek aan het instrument.
► Zorg ervoor dat de zaagsneden van de gereedschappen niet mecha-
nisch beschadigd zijn.
► Activeer de boor- en freesmachine voor bedrijf (stand ON).
► Gebruik de boor- en freesmachine kort met maximaal toerental zowel
rechts- als linksdraaiend.
► Controleer of de draairichting klopt.
► Let op beschadigingen, onregelmatige loopgeluiden, overmatige trillin-
gen en oververhitting van het opzetstuk
► Gebruik geen beschadigde of defecte producten.
► Houd beschadigde producten onmiddellijk apart.
6.6 Gebruik
Product gebruiken
Opmerking
Voor meer informatie over de boor- en freesmachine, zie TA014538 resp.
TA014539 (folder).
► Start de boor- en freesmachine met een gematigd toerental.
► Oefen matige druk uit om wegglijden te voorkomen.
► Buig het apparaat niet, omdat het anders kan breken.
► Bij het in- en uitschroeven van botschroeven en botpennen: let op de
juiste draairichtinginstelling.
Gebruik de volgende opzetstukken voor het boren:
■ GB620R
■ GB621R
■ GB623R
■ GB639R
■ GB663R
■ GB664R
■ GB665R
Gebruik de volgende opzetstukken voor het frezen (mergholteboren):
■ GB667R
■ GB668R
■ GB669R
■ GB670R
Gebruikt het volgende opzetstuk voor mergholteboren:
■ GB657R
Gebruik voor het plaatsen van K-draden het volgende opzetstuk:
■ GB641R
Gebruik voor de röntgendoorlatende haakse overbrenging 511.300 van de
firma Synthes alleen het volgende opzetstuk:
■ GB645R
Gebruik voor het zagen het volgende opzetstuk:
■ GB660R
WAARSCHUWING
Coagulatie van patiëntenweefsel of verbrandings-
gevaar voor patiënten en gebruikers door heet pro-
duct!
► Gebruik de booropzetstukken niet voor de
bediening van freeswerktuigen, zoals acetabu-
lumfrezen en mergholteboren.
► Gebruik freeswerktuigen uitsluitend met frees-
opzetstukken.
► Koel het instrument tijdens het gebruik.
► Leg het product/gereedschap buiten de reik-
wijdte van de patiënt neer.
► Laat het product/gereedschap afkoelen.
► Gebruik bij de vervanging van het werktuig een
doek om brandwonden te voorkomen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor infecties of verwondingsgevaar door
aërosolvorming of deeltjes die van het gereedschap
loskomen!
► Neem gepaste beschermingsmaatregelen (bijv.
waterdichte beschermende kleding, gezichts-
masker, veiligheidsbril, afzuiging).
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel en/of slechte werking!
► Voer voor elk gebruik een functionele test uit.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door gebruik van het pro-
duct buiten het gezichtsveld!
► Gebruik het product alleen onder visuele con-
trole.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging van het
werktuig/systeem!
Het roterende gereedschap kan afdekdoeken
(bijv. textiel) vastgrijpen.
► Laat het gereedschap tijdens gebruik nooit met
afdekdoeken (bijv. textiel) in aanraking komen.