AFSTELLINGEN 3
NL-11
3.9 HYDRO NEUTRAAL ________________________________________________________
Als de tractor voor- of achteruitkruipt moet de 'neutrale'
stand worden bijgesteld. De tractor heeft de neiging om
te 'kruipen' als de transmissieolie koud is. Bedien de
tractor daarom 15 minuten alvorens te besluiten of
bijstelling nodig is.
1. Breng een kleine hoeveelheid smeerolie aan op alle
draaipunten van het stangenmechanisme.
2. Hef de tractor totdat alle wielen vrij van de grond
zijn en plaats rustblokken onder het frame om
accidenteel zakken van de tractor tijdens bijstelling
te voorkomen.
3. Start de motor en zet de gashendel op volle
snelheid.
4. Zet de rem los en beweeg de tweewiel-/vierwielaan-
drijvingsschakelaar naar de tweewielaandrijv-
ingsstand.
5. Controleer de rotatie van de aandrijfbanden en stel
de tractie-retourregeling
(L)
bij terwijl de motor loopt.
a. Om vooruitkruipen te neutraliseren dient moer
(M)
te worden gelost en moer
(N)
te worden
gedraaid totdat de wielrotatie stopt. Houd moer
(N)
op zijn plaats en zet moer
(M)
weer vast.
b. Om achteruitkruipen te neutraliseren dient moer
(M)
te worden gelost en moer
(N)
te worden
gedraaid totdat de wielrotatie stopt. Houd moer
(N)
op zijn plaats en zet moer
(M)
weer vast.
6. Als de tractor blijft kruipen, controleer dan de positie
van de tractie-retourregeling
(L)
.
a. De retourregeling
(L)
moet parallel zijn met
tractiearm
(O)
.
b. Los bevestiging
(P)
en verstel beugel
(Q)
totdat
de regelinrichting parallel met de arm is.
Afb. 3H
3.10 TRACTIEPEDAALSTOP _____________________________________________________
Beweeg de tractiepedaal
(T)
naar de verst mogelijke
vooruitstand. Stel aanslagbout
(R)
bij tot de boutkop de
tractiepedaal raakt. Draai de bout vervolgens een slag
linksom (uit t.o.v. de pedaal) en zet moer
(S)
vast.
Afb. 3I
WAARSCHUWING
Koolmonoxide in de uitlaatgassen kunnen bij
inademing fataal zijn. Iedere bijstelling of
reparatie terwijl de motor loopt moet worden
uitgevoerd met voldoende ventilatie.
Werk nooit aan de tractor als deze uitsluitend door de
krik wordt ondersteund maar gebruik altijd
rustblokken.
Als slechts één kant van de tractor is opgelicht, plaats
dan klampen voor en achter de staande wielen.
!
M
N
O
P
Q
L
L
MOET PARALLEL ZIJN
R
S
T
S