3 AFSTELLINGEN
NL-14
3.16 MAAIHOOGTE ____________________________________________________________
Nivelleer de voorste maaier alvorens de maaihoogte voor
het eerst in te stellen. Verwijder de maaieenheden niet
van de tractor om de maaihoogte te veranderen.
De maaihoogte van de dekken kan worden versteld van
25-140 mm met toenames van 13 mm. De feitelijke
maaihoogte kan iets afwijken van de gegeven waarde,
afhankelijk van de conditie van het gras, bandenvariaties
en andere factoren.
N.B.
Wanneer een golvend terrein wordt gemaaid, kan
een te geringe maaihoogte scalperen veroorzaken. Pas
de maaihoogte aan om beschadiging van het gras te
voorkomen.
1. Parkeer de tractor op een effen, horizontaal vlak.
Breng de maaidekken omhoog totdat de
casterwielen voldoende los van de grond zijn om ze
van de dekken te verwijderen. Plaats blokken onder
de maaidekken zodat ze aan alle kanten worden
ondersteund.
2.
Afb. 3P
toont het hoogteverstelling-decalplaatje voor
de casterwielen.
Kolom 1 - Maaihoogte
Kolom 2 - Plaatsing van afstandsstukken
Kolom 3 - Armpositie
Kolom 4 - Montagelocatie zijmaaier
Kolom 5 - Montagelocatie voorste maaier
3. Voeg afstandsstukken in de aangegeven
hoeveelheid toe. Extra afstandsstukken dienen
bovenaan de spindel te worden bewaard. Plaats
altijd een dun afstandsstuk boven en onder de
casterwielarm.
4. Ingeval van maaihoogten van 76 mm en lager
dienen de casterwielarmen te worden gemonteerd
in de bovenste serie gaten
(A)
en ingeval van
grotere maaihoogten dan 76 mm in de onderste
serie gaten
(B)
.
N.B.
Na instelling van de maaihoogte dienen de
maaieenheden volledig op een effen, hard oppervlak te
worden neergelaten. Vervolgens moet de motor worden
stilgezet en de afstand worden gemeten van de
meseinden tot de grond. Als deze afstand afwijkt van de
gewenste maaihoogte, moet de noodzakelijke bijstelling
worden verricht. Maai daarna eerst een klein proefgebied
en voer eventueel een laatste bijstelling uit om optimale
afwerking van het gras te bereiken.
Afb. 3P
WAARSCHUWING
Om ernstig lichamelijk letsel te voorkomen, moet
worden verzekerd dat omlaaggebrachte
maaidekken volledig op de steunblokken rusten.
Dit voorkomt accidenteel verzakken tijdens het
uitvoeren van bijstellingen. Schakel alle
aandrijvingen uit, trek de parkeerrem aan, zet de
motor stil en verwijder de contactsleutel.
!