4 ONDERHOUD
NL-20
4.6 LUCHTFILTER ____________________________________________________________
Verwijder het element niet voor inspectie of reiniging.
Onnodige verwijdering van het filter verhoogt het risico
op het toevoeren van stof en andere verontreinigingen
naar de motor.
Service van het luchtfilter is vereist wanneer het
servicelampje
(F)
gaat branden tijdens normale werking.
De stofbak moet dagelijks worden geledigd.
Wanneer service is vereist, reinig dan eerst de buitenkant
van het filterhuis en verwijder daarna het oude element
zo voorzichtig mogelijk.
1. Maak de binnenkant van het filterhuis zorgvuldig
schoon, ervoor zorgend dat er geen stof in de
luchtinlaat komt.
2. Inspecteer het nieuwe element. Gebruik nooit een
beschadigd of verkeerd element.
3. Monteer het nieuwe element en zorg voor correcte
plaatsing.
4. Bij het terugplaatsen van de kap dient te worden
gezorgd dat deze volledig rond het filterhuis sluit. De
stofuitdrijver moet omlaagwijzen.
5. Controleer alle slangen en luchtkanalen. Zet de
slangklemmen goed vast.
Afb. 4D
4.7 BRANDSTOF _____________________________________________________________
Hanteer brandstof voorzichtig met het oog op de
grote ontvlambaarheid ervan.
Gebruik een
goedgekeurde brandstofhouder waarvan de schenktuit in
de vulhals past. Gebruik geen blikken of trechters om
brandstof over te gieten.
• Vul de brandstoftank tot 25 mm onder de vulhals.
•
Bewaar brandstof volgens plaatselijke, provinciale of
landelijke verordeningen en de aanbevelingen van uw
brandstofleverancier.
•
De tank mag nooit worden overvuld of geheel leeg
raken.
• Controleer de brandstofleidingen en klemmen telkens
na 50 bedrijfsuren. Bij het eerste teken van
beschadiging moeten ze worden vervangen.
• Gebruik schone, verse #2 dieselolie met een minimum
cetaangetal van 45. Zie de motorhandleiding voor
aanvullende informatie.
1. Do not operate tractor with horn sounding. Horn will sound to warn of overheated engine or hydraulic system.
See instructions in operators manual to properly clean the radiator or oil cooler and check fluid levels.
2. When implement becomes clogged, disengage power and stop engine before cleaning.
3. Keep hands, feet and clothing away from power driven moving parts.
4. Do not ride on machine or allow passengers unless seat is provided.
5. Keep all shields in place.
6. Stop engine for all servicing, adjustments, or fluid level changes.
7. Read manual thoroughly before operating machine.
8. Do not shift between 2WD / 4WD while tractor is moving
!
CAUTION
F
WAARSCHUWING
Zolang de motor loopt of nog warm is, mag de
brandstofdop nooit van de tank worden verwijderd of
brandstof worden bijgevuld.
Tijdens het hanteren van brandstof mag niet worden
gerookt. De tank mag nooit in een besloten ruimte
worden gevuld of afgetapt.
Wees voorzichtig zodat u geen brandstof morst.
Onmiddellijk schoonmaken indien dit eventueel toch
gebeurt.
Brandstofhouders mogen nooit worden gehanteerd
nabij een open vlam of enig apparaat dat vonken kan
afgeven waardoor de brandstof of dampen ervan
kunnen ontsteken.
Zorg ervoor dat de brandstof na terugplaatsing stevig
vastzit.
!