ONDERHOUD 4
NL-19
4.4 MOTOR __________________________________________________________________
BELANGRIJK: Bij deze tractor wordt een aparte
motorhandleiding meegeleverd die is samengesteld
door de motorfabrikant. Deze handleiding dient
aandachtig te worden doorgelezen totdat u
voldoende vertrouwd bent met de bediening en het
onderhoud van de motor. Zorgvuldige opvolging van
de aanwijzingen van de motorfabrikant verzekeren u
van een maximale levensduur van de motor. Voor het
bestellen van een vervangende motorhandleiding
dient contact met de betreffende fabrikant te worden
opgenomen.
Geef de motor de gelegenheid om goed in te lopen
aangezien dit een aanzienlijk verschil maakt voor de
prestatie en gebruiksduur ervan.
N.B.
De tractor is ontworpen om optimaal te werken en
maaien bij de fabrieksinstelling van de regulateur. Deze
mag niet worden veranderd, terwijl de motor nooit mag
worden overbelast.
Textron Turf Care And Specialty Products adviseert u om
tijdens de inloopperiode het volgende te doen:
1. Tijdens de eerste 50 bedrijfsuren dient de motor een
werktemperatuur van minstens 60°C te bereiken
voordat hij wordt blootgesteld aan volle belasting.
2. Controleer het motoroliepeil tweemaal per dag
tijdens de eerste 50 bedrijfsuren. Een hoger dan
normaal olieverbruik is niet ongewoon tijdens de
inloopperiode
.
3. Ververs de motorolie en vervang het oliefilter-
element na de eerste 25 bedrijfsuren.
4. Controleer de ventilator- en wisselstroomdy-
namoriemen - zonodig bijstellen.
5. Zie sectie 6.3 en de motorhandleiding voor
specifieke perioden tussen onderhoudsbeurten.
Als de injectiepomp, inspuitstukken of het
brandstofsysteem service nodig hebben, neem dan
contact op met een erkende Textron Turf Care And
Specialty Products Dealer.
Belangrijk:
De normale motorbedrijfstemperatuur is
minder dan 104°C. Als de motortemperatuur meer dan
6°C boven normaal stijgt, dan is dit een aanwijzing dat
het koelsysteem niet naar behoren functioneert.
De waarschuwingsclaxon geeft geluid wanneer de
temperatuur een waarde van 110°C bereikt. Om
beschadiging van de motor te voorkomen mag de
machine nooit worden bediend als de motortemperatuur
deze waarde bereikt. Stop de machine in zo'n geval,
schakel alle aandrijvingen uit en laat de motor 5 minuten
laagstationair lopen.
4.5 MOTOROLIE ______________________________________________________________
Controleer de motorolie aan het begin van iedere
werkdag. Ingeval van een laag oliepeil moet de
olievuldop worden verwijderd en olie worden bijgevuld tot
het MAX-streepje.
Na de eerste 25 bedrijfsuren dient de eerste
olieverversing plaats te vinden, en vervolgens na iedere
100 bedrijfsuren. Zie de motorhandleiding.
Gebruik uitsluitend motorolie met API classificatie CD/
CE.
Zie de gebruikshandleiding van de motorfabrikant
voor gedetailleerde service- en
onderhoudsinformatie.
Na bijvulling of verversing van olie dient de motor te
worden gestart en 30 seconden laagstationair te lopen
met alle aandrijvingen uitgeschakeld. Wacht daarna 30
seconden alvorens het oliepeil te controleren. Voeg olie
toe tot het VOL-streepje op de peilstok.
Hoger dan 25°C SAE 30W of SAE10W30/10W40
0 - 25°C SAE 20W of SAE 10W30/10W40
Lager dan 4°C SAE10W of SAE 10W30/10W40