NL
Nederlands – 1
Inhoudsopgave
1 - ALGEMENE WAARSCHUWINGEN: VEILIGHEID - INSTALLATIE - GEBRUIK .. 1
2 - BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT EN GEBRUIKSBESTEMMING ........ 3
3 - INSTALLATIE .....................................................3
3.1 - Controles voorafgaand aan de installatie ................................ 3
3.2 - Gebruikslimieten van het product ...................................... 3
3.2.1 - Duur van het product ............................................. 3
3.3 - Controles ter voorbereiding van de installatie ............................. 4
3.3.1 - Het schema voor de plaatsing van ieder onderdeel van de installatie bepalen ... 4
3.3.2 - Het traject van de verbindingskabels bepalen ........................... 4
3.3.3 - a) - Plaats de balansveer ter hoogte van het gewicht van de slagboom voorzien van alle
accessoires. b) - Stel de sluitrichting van de slagboom in: links of rechts van de motor ..... 4
3.4 - Montage van de slagboombarrière ..................................... 4
3.4.1 - Als er een bestaand installatie-oppervlak aanwezig is ..................... 4
3.4.2 - Als er geen bestaand installatie-oppervlak aanwezig is .................... 4
3.5 - De slagboom en de voorziene accessoires installeren ...................... 5
3.5.1 - Assemblage van de steun voor de slagboom ........................... 5
3.5.2 - De slagboom bestaande uit een enkel stuk, heel of in delen, in elkaar zetten .... 5
3.5.3 - De slagboom bestaande uit twee stukken, heel of in delen, in elkaar zetten .... 6
3.5.4 - De accessoires van de slagboom installeren ............................ 6
3.6 - De slagboombarrière handmatig ontgrendelen en vergrendelen ............... 6
3.6.1 - De slotcilinder verplaatsen voor handmatige ontgrendeling/vergrendeling ...... 6
3.7 - De mechanische pallen van de eindaanslagen afstellen ..................... 6
3.8 - Balancering van de slagboom ........................................ 6
3.8.1 - Balancering van slagboom M3BAR / M5BAR / M7BAR .................... 6
3.8.2 - Balancering van slagboom L9BAR ................................... 6
4 - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN .....................................6
4.1 - Beschrijving van de elektrische aansluitingen ............................. 6
4.2 - Eerste inschakeling en controle van de aansluitingen ....................... 7
4.3 - Vooraf ingestelde functies ........................................... 7
4.4 - Zelflering van de met aangesloten inrichtingen ............................ 7
4.5 - Zelflering van de openings- en sluitposities ............................... 7
4.6 - Controle van de beweging van de slagboom ............................. 8
4.7 - Aansluiting van een radio-ontvanger .................................... 8
4.8 - Aansluiting slagboomlichten (optioneel accessoire) ......................... 8
4.9 - Aansluiting led-knipperlicht mod. XBA7 of led-stoplicht mod. XBA8 (optionele acces-
soires) ............................................................... 8
4.10 - Aansluiting van andere inrichtingen .................................... 8
4.10.1 - Programmeereenheid Oview ....................................... 8
4.10.2 - Bufferbatterij mod. PS224 (accessoire) ............................... 8
4.10.3 - Systeem Solemyo (voeding via zonne-energie) ......................... 8
5 - EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING ..................................9
5.1 - Eindtest ......................................................... 9
5.2 - Inbedrijfstelling .................................................... 9
6 - PROGRAMMERING VAN DE BESTURINGSEENHEID ....................10
6.1 - Programmering eerste niveau (ON-OFF) ................................ 10
6.2 - Programmering tweede niveau (insteL9BARe parameters) .................. 10
7 - AANVULLENDE INFORMATIE .......................................12
7.1 - Volledig wissen van het geheugen van de besturingseenheid ................ 12
7.2 - Overige functies .................................................. 12
7.3 - Toevoegen of verwijderen van inrichtingen .............................. 13
7.3.1 - Ingang Bluebus ................................................. 13
7.3.2 - Fotocellen ..................................................... 13
7.3.3 - Digitale codeschakelaar MOTB en proximity lezer voor transponder cards MOMB ... 13
7.3.4 - Ingang STOP .................................................. 13
7.4 - Diagnostiek ..................................................... 14
7.4.1 - Signaleringen van de besturingseenheid .............................. 14
7.4.2 - Signaleringen van het knipperlicht ................................... 16
7.5 - Loop Detector ................................................... 16
7.5.1 - Werking ....................................................... 16
7.5.2 - Installatie ...................................................... 16
7.6 - Modus Master - Slave ............................................. 18
7.6.1 - Installatie en elektrische aansluitingen ................................ 18
8 - WAT TE DOEN ALS... (leidraad bij het oplossen van de problemen) .......19
• Afdanken van het product ........................................... 19
• Technische specificaties van het product .............................. 20
• Verklaring van overeenstemming: bijlage I (bijlage die uitgeknipt kan worden). . . 21
• Gebruikshandleiding (bijlage die uitgeknipt kan worden) ..................... 23
• Onderhoudsplan (bijlage die uitgeknipt kan worden) ........................ 25
AFBEELDINGEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . I - XIX
1.1 - Waarschuwingen met betrekking tot veiligheid
LET OP Belangrke aanwzingen voor de veiligheid. Volg alle voor-
schriften op, want een niet-correct uitgevoerde installatie kan
ernstige schade veroorzaken
LET OP Belangrke aanwzingen voor de veiligheid. Het is belangrk
dat deze instructies worden opgevolgd voor de veiligheid van
personen. Bewaar deze instructies
• Voordat u begint met de installatie dient u de “Technische kenmerken van het
product”tecontroleren,inhetbzonderofditproductgeschiktisvooruw
geleide onderdeel. Als het product niet geschikt is, mag u NIET overgaan tot
de installatie
• Hetproductmagnietwordengebruiktvoordatdeinbedrfstellingheeftplaats-
gevondenzoalsgespeciceerdinhethoofdstuk“Eindtesteninbedrfstelling”
LET OP Volgens de meest recente Europese wetgeving moet het
uitvoeren van een automatisering voldoen aan de geharmo-
niseerde normen van de geldende Machinerichtln, waarb
een verklaring van de conformiteit van de automatisering af-
gegeven kan worden. In verband hiermee moeten alle werk-
zaamheden voor de aansluiting op de elektrische voeding, de
eindtest, de inbedrfstelling en het onderhoud van het pro-
duct uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwaliceerd,
deskundig monteur!
• Voordat u met de installatie van het product begint, dient u te controleren
of al het te gebruiken materiaal in optimale staat en geschikt voor gebruik is
• Het product is niet geschikt om gebruikt te worden door personen (kinderen
inbegrepen)metfysieke,zintuiglkeofmentalebeperkingenofpersonendie
onvoldoende kennis en/of ervaring hebben
• Kinderen mogen niet met het apparaat spelen
• Laat kinderen niet met de bedieningselementen van het product spelen.
Houd de afstandsbedieningen buiten het bereik van kinderen
LET OP Om ieder risico op onvoorzien heropstarten van het thermische on-
derbrekingsmechanismetevermden,magditapparaatnietworden
gevoed via een externe regelaar zoals een timer, noch worden aange-
sloten op een circuit dat regelmatig wordt in- of uitgeschakeld
• Op de netvoeding van de installatie moet een stroomonderbreker worden
aangesloten (niet meegeleverd) met een openingsafstand van de contacten
waarb volledige uitschakeling mogelk is b de conditiesdie gelden voor
overspanningscategorie III
• Behandel het product tdens de installatie met zorg en voorkom dat het
wordt geplet, dat er tegen wordt gestoten, dat het valt of dat het in aanra-
king komt met welke vloeistoffen dan ook. Zet het product niet in de buurt
van warmtebronnen en stel het niet bloot aan open vuur. Hierdoor kan het
beschadigdworden,waardoorstoringenofgevaarlkesituatieskunnenont-
staan.Alsdittochgebeurt,stopdanonmiddellkmetdeinstallatieenneem
contact op met de klantenservice
• Defabrikantisnietaansprakelkvoormateriëleschade,zowelaanpersonen
als aan voorwerpen, die voortvloeit uit de niet-naleving van de montage-in-
structies. In die gevallen vervalt de garantie op materiaalfouten
• Het geluidsdrukniveau van de gemeten emissie A bedraagt minder dan 70
dB(A)
• Reinigings- en onderhoudswerkzaamheden die door de gebruiker kunnen
worden uitgevoerd, mogen niet worden toevertrouwd aan kinderen die niet
onder toezicht staan
• Voordat u werkzaamheden aan de installatie uitvoert (onderhoud, reiniging),
moethetproductaltdwordenlosgekoppeldvandenetvoeding
• Controleer de installatie regelmatig. Controleer met name de kabels, de veren
en de steunen om eventuele verstoringen van de balancering en tekenen
vansltageofbeschadigingineenvroegstadiumoptemerken.Gebruikhet
apparaat nooit als het gerepareerd of opnieuw afgesteld moet worden; een
storing in de installatie of een niet-correcte balancering van de automatisering
kan tot letsel leiden
• Hetverpakkingsmateriaalvanhetproductmoetvolgensdeplaatselkevoor-
schriften worden afgevoerd
• Houd personen uit de buurt van de automatisering wanneer deze wordt be-
wogen met behulp van de bedieningselementen
• Controleer de automatisering tdens het uitvoeren van de manoeuvre en
houd personen op enige afstand tot de beweging voltooid is
• Bedienhetproductnietalserpersonenindebuurtzndiewerkzaamheden
op de automatisering uitvoeren; koppel de elektrische voeding los alvorens
deze werkzaamheden te laten uitvoeren
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze worden vervangen door de
fabrikant of door de technische ondersteuningsdienst, of in ieder geval door
eenmonteurmeteenvergelkbarekwalicatieomiederrisicouittesluiten
1.2 - Waarschuwingen met betrekking tot de installatie
• Controleer voordat u de bewegingsmotor installeert of alle mechanische on-
derdeleningoedestaatzn,volgensderegelsgebalanceerdznenofde
automatisering correct kan worden gemanoeuvreerd
• Verzeker u ervan dat de bedieningselementen uit de buurt van de bewegende
onderdelen worden gehouden, maar wel direct zicht op de poort geven
Tenz u een schakelaar gebruikt, moeten debedieningselementenopeen
hoogte van minimaal 1,5 m worden geïnstalleerd en mogen ze niet toegan-
kelkzn
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN:
VEILIGHEID - INSTALLATIE - GEBRUIK
1
NEDERLANDS
Instructies, vertaald uit het Italiaans
De hierop volgende aanbevelingen zn direct overgenomen uit de
Normen en kunnen, voor zover mogelk, worden toegepast op het
beschreven product