7. Houder
8. Klem
9. Stelbouten houder
10. Klembouten
(Fig. 4.25 - 4.28).
Aanpassen van houder voor armleuning
Om de buitenste armleuning in de houder strakker of
losser te stellen:
1. Draait u de vier stelbouten (9) aan beide zijden van de
houder los.
2. Met de armleuning in de houder (7), klemt u de houder
vast, totdat deze zo vast zit als u wilt.
3. Draai de vier bouten (9) aan. (144 in-lbs, 16,3 Nm)
1. Draai de twee klembouten (10) los, totdat de klem los
is.
2. Laat de houder van de armleuning in de gewenste
positie glijden.
3. Vastdraaien.
1
3
6
2
5
9
7
4
Fig. 4.25
10
7
8
9
Fig. 4.26
9
10
9
Fig. 4.27
Fig. 4.28
7
Bevestiging: laat de stang van de armleuning in de
houder op het rolstoelframe glijden tot hij niet verder kan.
Trek de stang van de armsteun uit de houder.
Stel de positie van de beugel (1) door de schroef (2) te
verwijderen, waarna u de beugel in de gewenste positie
kunt zetten. Plaats de schroef terug en draai deze weer
aan.
Laat de stang van de armsteun weer in de houder glijden,
(Fig. 4.28.1).
De armleuning (het kussen) kan worden aangepast door
de schroeven (3) los te maken, en de armleuning in de
gewenste positie te plaatsen. Draai daarna de schroeven
weer aan, (Fig. 4.28.1).
Door middel van de twee schroeven (1) kan de
armsteunhouder strakker of losser worden vastgezet -
(Fig. 4.28.2).
1
2
3
1