NL-343
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant: elektromagnetische immuniteit
De 1488 HD-camera is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespeciceerde
elektromagnetische omgeving.
De klant of gebruiker dient ervoor te zorgen dat de 1488 HD-camera in een dergelijke
omgeving gebruikt wordt.
(a) De veldsterkte van vaste zenders, zoals basisstations voor (mobiele/draadloze) radiotelefoons
en landmobiele radio’s, amateurradio’s, AM- en FM-radio-uitzendingen en tv-uitzendingen,
kan theoretisch niet nauwkeurig worden voorspeld. Voor het vaststellen van de elektromagnetische
omgeving als gevolg van vaste RF-zenders dient een elektromagnetisch locatieonderzoek te worden
overwogen. Wanneer op de gebruikslocatie van de 1488 HD-camera de gemeten veldsterkte het
bovenvermelde van toepassing zijnde radiofrequente compliantieniveau overschrijdt, moet de
1488 HD-camera worden doorgemeten om te controleren of deze normaal werkt. Als abnormale
werking wordt waargenomen, zijn er wellicht extra maatregelen nodig, zoals het anders richten
of verplaatsen van de 1488 HD-camera.
(b) Binnen het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte minder zijn dan 3 V/m.
Aanbevolen tussenafstand tussen draagbare en mobiele RF-communicatie-
apparatuur en het 1488 HD-camerasysteem
Het 1488 HD-camerasysteem is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin de
uitgestraalde radiofrequente storing beheersbaar is. De gebruiker van het 1488 HD-camerasysteem
kan elektromagnetische storing helpen voorkomen door de onderstaand geadviseerde minimale
afstand aan te houden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en het
1488 HD-camerasysteem, conform het maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
Maximaal nominaal
uitgangsvermogen (W)
van zender
Tussenafstand (m) in overeenstemming met de frequentie
van de zender
150 kHz tot 80 MHz
d = 1,17 √P
80 MHz tot 800 MHz
d = 1,17 √P
800 MHz tot 2,5 GHz
d = 2,33 √P
0,01 0,12 0,12 0,23
0,1 0,37 0,37 0,74
1 1,17 1,17 2,33
10 3,70 3,70 7,37
100 11,70 11,70 23,30
Voor zenders waarvan het maximale uitgangsvermogen hierboven niet is vermeld, kan de aanbevolen
tussenafstand (d) in meter (m) worden geschat met behulp van de vergelijking die van toepassing
is op de frequentie van de zender, waarbij P het nominale maximale uitgangsvermogen van
de zender in watt (W) is volgens de fabrikant van de zender.
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en 800 MHz is de tussenafstand voor het hoogste frequentiebereik
van toepassing.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen gelden mogelijk niet in alle situaties. Elektromagnetische voortplanting
wordt beïnvloed door absorptie en reectie van structuren, voorwerpen en mensen.