282
BASIS-versie
Schemeringsautomaat
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht wordt voor het
geselecteerde apparaat een actie uitgevoerd (voorbeeld: 's avonds
wordt de luifel ingeschoven of de buitenjaloezie uitgeschoven).
Met de kanaalkeuze-knoppen
of het schemering-symbool selecte-
ren. Met de bedieningsknoppen (Op/Aan) en (Af/Uit) kiest u de
functie ‘Activiteit’. U kunt de functie van de schemeringsautomaat acti-
veren/deactiveren.
: Functie ‘Duister’ is geactiveerd.
: Functie ‘Duister’ is gedeactiveerd.
Kies met de kanaalkeuze-knoppen
(Op/Aan) en (Af/Uit) de waarden voor ‘Duister’ en
stel ze met de kanaalkeuze-knoppen
of in stappen van 20 lux in tussen 400 en 800 lux.
Opmerking: In het onderste gedeelte van het display wordt de actueel door de sensoren
gemeten schemeringswaarde weergegeven.
Vorstbewaking
Afhankelijk van de gemeten temperatuur wordt voor het geselecteerde
apparaat een actie uitgevoerd (voorbeeld: de luifel wordt niet automa-
tisch uitgeschoven).
Met de kanaalkeuze-knoppen
of het vorst-symbool selecteren. Met
de bedieningsknoppen (Op/Aan) en (Af/Uit) kiest u de functie
‘Drempelwaarde’.
Met de kanaalkeuze-knoppen
of in stappen van 1 °C tussen -15 °C
en +5 °C de drempelwaarde voor de temperatuur instellen. Als de bij de sensor gemeten
temperatuurwaarde onder de ingestelde temperatuurwaarde daalt, wordt voor het geselec-
teerde apparaat een actie uitgevoerd (voorbeeld: luifel inschuiven).
Opmerking: In het onderste displaygedeelte wordt de actueel bij de sensor gemeten tempe-
ratuurwaarde weergegeven.
Opmerking: U kunt deze functie niet uitschakelen!
Regenfunctie
Afhankelijk van de vochtigheid (regen) of mate van droogte wordt voor het geselecteerde
apparaat een actie uitgevoerd (voorbeeld: de luifel wordt ingeschoven en het automatisch
uitschuiven wordt verhinderd). Bij de regenfunctie kunt u geen drempelwaarde instellen, er
zijn slechts twee toestanden ‘nat’ of ‘droog’.
Opmerking: U kunt deze functie niet uitschakelen!