353
DEENFRIT NL
0478 131 9965 A - NL
Dek het dockingstation af met een
geschikte emmer en zet de emmer vast.
● Sla robotmaaier op de wielen staand in
een droge, afgesloten en stofvrije
ruimte op. Bewaar het apparaat altijd
buiten het bereik van kinderen.
● Sla de robotmaaier alleen in een goede
staat op.
● Zorg ervoor dat alle bouten vast zijn
aangedraaid, vernieuw onleesbaar
geworden waarschuwingsaanwijzingen
op het apparaat en controleer de
gehele machine op slijtage of
beschadigingen. Vervang versleten of
beschadigde onderdelen.
● Eventuele storingen aan het apparaat
moeten in principe voor het opbergen
worden verholpen.
Robotmaaier na een langere onderbreking
weer in gebruik nemen:
● Maaivlak voorbereiden:
verwijder vuil en maai een zeer hoog
gazon met een gewone grasmaaier
kort.
● Maak het dockingstation vrij en sluit de
voeding aan op het elektriciteitsnet.
● Accu opladen (Ö 15.7)
● Koppel de robotmaaier en het
dockingstation. (Ö 9.11)
● Verwijder hindernissen en vreemde
voorwerpen in de buurt van de rand.
Start het afrijden van de rand en
controleer of doorgangen en
vernauwingen berijdbaar zijn.
(Ö 11.13)
● Controleer het maaischema en wijzig
het indien nodig. (Ö 11.7)
● Automaat inschakelen (Ö 11.7)
● Activeer indien nodig de energiemodus
Standaard (Ö 11.10) en schakel de
GPS-beveiliging in. (Ö 5.9)
16.9 Demontage dockingstation
Bij langere stilstand van de robotmaaier
(bijvoorbeeld de winterpauze) kan het
dockingstation ook worden
gedemonteerd.
● Robotmaaier voorbereiden op een
langere stilstand (Ö 16.8)
● Koppel de stekker van de voeding van
het elektriciteitsnet los.
● Afdekking van het dockingstation
wegnemen en paneel openklappen
(Ö 9.2)
1 Klap de rechterklemhendel (1)
omhoog.
2 Neem het rechterdraaduiteinde (2) uit
het klemblok.
Sluit de klemhendel (1) weer.
3 Klap de linkerklemhendel (3) omhoog.
4 Neem het linkerdraaduiteinde (4) uit
het klemblok.
Sluit de klemhedel (3) weer.
● Paneel dichtklappen (Ö 9.2)
● Rechter- en linkerdraaduiteinde
gescheiden van elkaar uit het
dockingstation halen
● Afdekking van het dockingstation
aanbrengen (Ö 9.2)
Leg of bewaar nooit voorwerpen op
de robotmaaier.
De temperatuur in de opslagruimte
mag niet lager worden dan 5 °C.
Na een lange stilstand moeten
eventueel de datum en de tijd
worden gecorrigeerd. Bij de
ingebruikname worden hiervoor
selectievensters weergegeven. Als
de selectievensters niet
automatisch worden weergegeven,
controleert u de datum en de tijd in
het menu "Instellingen" en
corrigeert u deze zo nodig.
(Ö 11.10)