0478 131 9965 A - NL
374
Gedeeld maaivlak – robotmaaier kan niet
zelf van het ene naar het andere maaivlak
rijden.
Dockingstation:
Locatie (1) direct naast de huizen A
Verboden zones:
Installatie rondom de vrijstaande boom en
rondom de moestuin B, uitgaand van een
in de rechte hoek t.o.v. de rand
geïnstalleerd verbindingstraject.
Draadafstanden: (Ö 12.5)
Afstand tot aangrenzend, berijdbaar
oppervlak (bijvoorbeeld een terras) met
een hoogteverschil van minder dan +/-
1cm: 0cm
Afstand tot hoge hindernissen: 28 cm
Afstand tot de boom: 28 cm
Minimale draadafstand in de
vernauwingen achter de moestuin: 44 cm
Aanpalend gazon:
Installatie van een aanpalend gazon C,
leg het verbindingstraject (3) op het terras
in een kabelgoot.
Programmering:
grootte van het maaivlak (zonder
aanpalend gazon) vastleggen, 1
startpunt (4) in de vernauwing voor het
gebruik van de functie Verplaatste rit naar
het begin (Ö 11.13) programmeren –
startfrequentie 2 van 10 maaibeurten
(Ö 11.14)
Bijzonderheden:
Breng de robotmaaier meerdere malen per
week naar het aanpalende gazon en
activeer het menu "Start". (Ö 11.5)
Houd rekening met het te bewerken
oppervlak. (Ö 14.4)
Installeer zo nodig twee gescheiden
maaivlakken met 2 dockingstations.