Veiligheid nl
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo Motor FK 17.1, FK 202, FK 34, FK 42 + EMU FA, Rexa SUPRA, Rexa SOLID 587
Waarschuwing voor gehesen lasten
Persoonlijke beschermingsmiddelen: Veiligheidshelm dragen
Persoonlijke beschermingsmiddelen: Voetbescherming dragen
Persoonlijke beschermingsmiddelen: Handbescherming dragen
Persoonlijke beschermingsmiddelen: Mondbescherming dragen
Persoonlijke beschermingsmiddelen: Veiligheidsbril dragen
Alleen werken is verboden! Er moet een tweede persoon aanwezig zijn.
Nuttige aanwijzing
2.2 Personeelskwalificatie
Het personeel moet:
▪Geïnstrueerd zijn over de plaatselijk geldige ongevallenpreventievoorschriften.
▪De inbouw- en bedieningsvoorschriften gelezen en begrepen hebben.
Het personeel moet de volgende kwalificaties hebben:
▪Werkzaamheden aan de elektrische installatie: werkzaamheden aan de elektrische in-
stallatie moeten door een elektromonteur worden uitgevoerd.
▪Installatie-/demontagewerkzaamheden: De vakman moet een opleiding hebben ge-
volgd voor de omgang met de noodzakelijke gereedschappen en bevestigingsmateria-
len voor de betreffende opstelplaats.
▪Onderhoudswerkzaamheden: De vakman moet vertrouwd zijn in de omgang met de ge-
bruikte bedrijfsstoffen en met het afvoeren van deze stoffen. Daarnaast moet de vak-
man werktuigbouwkundige basiskennis hebben.
Definitie 'Elektromonteur'
Een elektromonteur is een persoon met een geschikte vakopleiding, kennis en ervaring,
die de gevaren van elektriciteit kan herkennen en voorkomen.
2.3 Elektrische werkzaamheden
▪Laat werkzaamheden aan de elektrische installatie door een elektromonteur uitvoeren.
▪Voor aanvang van alle werkzaamheden moet het product van het elektriciteitsnet wor-
den losgekoppeld en tegen herinschakelen worden beveiligd.
▪Neem bij het aansluiten van de elektriciteit de lokale voorschriften in acht.
▪Voor de aansluiting op het elektriciteitsnet moet worden voldaan aan de lokale voor-
schriften en de eisen van het plaatselijke energiebedrijf.
▪Informeer het personeel dat de elektriciteit wordt aangesloten.
▪Informeer het personeel over de uitschakelmogelijkheden van het product.
▪De technische voorschriften, zoals vermeld in deze inbouw- en bedieningsvoorschriften
en op het typeplaatje, moeten worden opgevolgd.
▪Product aarden.
▪Neem de voorschriften voor aansluiting op de elektrische schakelkast in acht.
▪Wanneer er elektronische aanloopbesturingen (bijv. soft starter of frequentie-omvor-
mer) worden gebruikt, dan moeten de voorschriften voor elektromagnetische compati-
biliteit in acht worden genomen. Indien noodzakelijk moet rekening worden gehouden
met speciale maatregelen (bijv. afgeschermde kabels, filters enz.).
▪Vervang een defecte aansluitkabel. Neem hiervoor contact op met de servicedienst.