18
Installatie
Lucht/rookgassysteem
Verbranding
met omgevin-
gslucht
B23
Externe rookgasafvoer Werking met omgevingslucht
Verbranding
met lucht van
buitenaf
C13
Lucht/rookgastraject via buitenwand binnen hetzelfde
drukbereik.
Rookgas/luchttoevoersysteem via buitenwand.
De afvoeruitlaten van de individuele verbrandings- en
luchttoevoercircuits moeten passen in een vierkant van 50 cm
voor ketels met een warmtevermogen tot 70 kW en 100 cm voor
ketels met een warmtevermogen van 70 tot 100 kW.
C33
Rookgasafvoer en luchtaanzuiging van buitenaf met dakafvoer
binnen hetzelfde drukbereik.
De afvoeruitlaten van de individuele verbrandings- en
luchttoevoercircuits moeten passen in een vierkant van 50 cm
en de afstand tussen de vlakken van de twee openingen moet
minder dan 50 cm zijn voor ketels met een warmtevermogen van
minder dan 70 kW.
Bij een warmtevermogen van meer dan 70 kW moet het vierkant
100 cm zijn en moet de afstand tussen de vlakken van de twee
openingen minder dan 100 cm zijn.
C43 ,QGLYLGXHOHRIJHGHHOGHURRNJDVDIYRHUHQOXFKWDDQ]XLJLQJYLDLQ
het gebouw geïntegreerde rookgasbuis.
C53 Rookgasafvoer naar buiten toe en luchtaanzuiging via
buitenwand, niet binnen hetzelfde drukbereik.
C63
,QVWDOODWLHRSEHJDQHJURQGZHUNWORVYDQRPJHYLQJVOXFKW/XFKW
rookgastraject via buitenwand, rookgastraject via thermisch
geïsoleerde afvoerbuis aan buitenwand.
De openingen voor de toevoer van verbrandingslucht en voor
de afvoer van verbrandingsproducten mogen niet worden
geïnstalleerd aan gebouwwanden die tegenover elkaar liggen.
C83 Rookgasafvoer via individuele of gedeelde in het gebouw
geïntegreerde rookgasbuis. Luchtaanzuiging via buitenwand.