30
Neutralisatiesysteem met pomp (HN)
Dit neutralisatiesysteem wordt gebruikt, wanneer de aansluiting naar het openbare afvoersysteem zich hoger bevindt
GDQGHFRQGHQVDIYRHUYDQGHNHWHO,QGLWJHYDOZRUGWKHWFRQGHQVDDWPHWEHKXOSYDQHHQSRPSQDDUHHQKRJHUJHOH-
gen punt gebracht, alwaar het condensaat in het openbare afvoersysteem afgevoerd kan worden.
Neutralisatie
Neutralisatiesystemen
Neutralisatiesystemen
De neutralisatiesystemen kunnen
onder in de ketel opgesteld worden.
De standaard leveromvang van de
QHXWUDOLVDWLHV\VWHPHQEHYDW
t Granulaat voor eerste vulling
t Toevoer- en afvoerslang
t Aansluitadapter voor ketelaan-
sluiting
Voor de neutralisatie van het conden-
VDDW]LMQWZHHV\VWHPHQYHUNULMJEDDU
Neutralisatiesysteem zonder pomp (DN)
Dit neutralisatiesysteem wordt gebruikt, wanneer de aansluiting naar het openbare afvoersysteem zich lager bevindt
dan de condensafvoer van de ketel.
Type HN1.5 HN 2.5 HN 2.7
Geschikt tot kW 540 750
Lengte mm 410 640 640
Breedte mm 300 400 400
Hoogte mm 290 240 320
Stroomopna-
me
pomp
W40 150 45
Opvoerhoogte
pomp
m6 3 4
Type DN1 DN2 DN3
Geschikt tot kW 75 450 1500
Lengte mm 320 420 640
Breedte mm 200 300 400
Hoogte mm 230 240 240
Algemeen
Condensaat uit de condenserende
+5JDVNHWHO 7+,6,21 / PRHW YRO-
gens voorschriften, in het openbare
afvoersysteem afgevoerd worden.
Het condensaat heeft een PH-waar-
GH YDQ ,QGLHQ LQ QDWLRQDOH
en/of lokale voorschriften vermeld,
moet het condensaat geneutralise-
erd worden alvorens het afgevoerd
mag worden.
De maximale hoeveelheid conden-
saat per keteltype zijn te vinden in de
tabel met technische gegevens.