Installatie
- 44 -
02.20909.2079.9-03
Afb. 3: Draadaanvoerkoer monteren
10.2 Draadaanvoerkoer wegnemen
 Draai de draadaanvoerkoer tot de aanslagnok linksom.
 Neem de draadaanvoerkoer naar boven toe weg.
2
1
Afb. 4: Draadaanvoerkoer demonteren
10.3 Aansluiten
Zet de lasstroombron bij de volgende werk-
zaamheden met de hoofdschakelaar uit:
Voor montage en demontage van het laspis-
tool, van het tussenslangenpakket, van de
draadaanvoerkoer of van een hulpaandrij-
ving.
Als deze aanwijzing wordt genegeerd, kunnen
storingen in of beschadigingen van elektroni-
sche componenten ontstaan.
 Open de rechter zijkant van het draadaanvoerkoer.
 Schuif tussenslangenpakket van 19 de lasstroombron door
de opening aan de achterkant van de draadaanvoerkoer.
 Schuif sluiting 25 van tussenslangenpakket 19 in de gelei-
derail van de draadaanvoerkoer.
25 19
Afb. 5: Tussenslangenpakket monteren
 Leid koelmiddelaansluitingen 5/6 van de binnenkant door
de opening in de behuizing aan de voorkant van de draad-
aanvoerkoer.
 Bevestig koelmiddelaansluitingen 5/6 met schroef 26.
26
5/6
Afb. 6: Koelmiddelaansluitingen monteren
 Sluit de stuurkabel van het tussenslangenpakket van de
lasstroombron aan op de aansluitbus voor stuurkabel 21.
 Sluit de lasstroomleiding van het tussenslangenpakket
van de lasstroombron aan op de aansluiting voor las-
stroom 20.
 Sluit de schermgasleiding van het tussenslangenpakket
van de lasstroombron aan op de aansluiting voor be-
schermgas 22.