Optie Beschrijving
Hold during calibration or verification
(vasthouden tijdens kalibratie of verificatie)
Zorg ervoor dat dit vakje aangevinkt is.
Zero calibration bottle (fles
nulpuntkalibratie)
Zorg ervoor dat deze optie uitgeschakeld is door het vakje
niet aan te vinken, aangezien dit niet relevant is voor deze
sensor.
2. Sluit het configuratiescherm af door op OK te drukken.
3. Selecteer Calibration (kalibratie) en voer een handmatige nulpuntkalibratie uit zoals beschreven
in Nulpuntkalibratie op pagina 159. Voer bij sensoren met hoog bereik een extra kalibratie in
100% vochtige lucht uit, zoals beschreven in 100% vochtige luchtkalibratie (alleen voor sensoren
met een hoog bereik) op pagina 160.
Handmatige kalibratie
Een handmatige kalibratie is op elk moment mogelijk door de volgende stappen uit te voeren:
1. Verwijder de sensor uit de monsterleiding.
2. Spoel de sensorkop af met schoon water.
3. Veeg de sensorkop droog met een schone zachte doek zodat alle vocht verwijderd is.
4. Als u het bijgeleverde kalibratieapparaat gebruikt plaats de sensor dan in de sensorhouder aan
de bovenkant van het kalibratieapparaat. Gebruikt u het kalibratieapparaat niet, plaats de sensor
dan in de doorstroomkamer.
5. Laat het kalibratiemonster door het kalibratieapparaat of door de doorstroomkamer stromen. Als
u het kalibratieapparaat gebruikt, open dan het ventiel op de drukverminderaar om een
doorstroom van 0,1 l/min te verkrijgen. Gebruikt u het bijgeleverde kalibratieapparaat met
drukverminderaar niet dan mag de maximaal toegestane ingangsdruk niet meer zijn dan 2 bar
absoluut.
6. Configureer de kalibratie zoals beschreven in Kalibratieconfiguratie op pagina 158.
7. Start de kalibratie zoals beschreven in Nulpuntkalibratie op pagina 159, 100% vochtige
luchtkalibratie (alleen voor sensoren met een hoog bereik) op pagina 160 of Kalibratie bij hogere
concentratie op pagina 160, afhankelijk van de voorkeursmethode voor kalibratie.
Kalibratieconfiguratie
Opmerking: Deze optie kan ook aangeroepen worden met een druk op knop Modify (aanpassen) in de
kalibratieschermen Zero calibration (nulpuntkalibratie) of High level adjustment (aanpassing hoog niveau).
1. Kies in menu Main voor Calibration, daarna voor Gas sensor en daarna Configuration.
Optie Beschrijving
Auto-calibration
(automatische kalibratie)
Niet beschikbaar voor deze sensor.
Manual-calibration
(handmatige kalibratie;
automatische beëindiging)
Als auto-end (automatische beëindiging) is ingeschakeld, zal een
handmatige kalibratie automatisch beëindigd worden als de parameters
opgegeven bij stop parameters bereikt worden. Druk op Configure
(configureren) om de parameters voor handmatige kalibratie in te stellen. Als
de kalibratie mislukt, blijven de vorige kalibratieparameters ongewijzigd en
verschijnt een waarschuwingsbericht.
Hold during calibration or
verification (vasthouden
tijdens kalibratie of
verificatie)
Indien ingeschakeld wordt hierdoor de laatst gemeten waarde vastgehouden
en stopt het bijwerken van de uitgangen tijdens het kalibratie- of
verificatieproces. Dit voorkomt dat ongeldige informatie naar aangesloten
apparatuur gestuurd wordt. Aan het einde van een kalibratie blijft dit nog
10 minuten van kracht zodat het systeem kan stabiliseren.
158 Nederlands