Inbedrijfstelling
- 99 -
04.19 909.1709.9-05
Elektrodedia-
meter
[mm]
Aanbevolen
stroomsterkte
DC [A]
Aanbevolen
stroomsterkte
AC [A]
1,0 3 - 40 5 - 30*
1,6 15 - 130 20 - 90*
2,0 45 - 180 45 - 135*
2,4 70 - 240 70 - 180*
3,2 140 - 320 130 - 250*
4,0 220 - 450 200 - 320*
*) afhankelijk van elektrodetype en instelling van de pa-
rameter AC-balans
Parameter Bereik
Fabr.
inst.
LED/
code
Gasvoorstroomtijd
0,1 - 10
seconden
0,1 38
Startstroom IS
5 - 200 % van
hoofdstroom
50 39
Up-slope tS (nur bei
Betriebsart 2-Takt)
0 - 20 seconden. 0,1 40
Up-slope
(up-slope)
0 - 99 % 5 41
Hoofdstroom I1
100 43
T 180 3 - 180 A
T 220 3 - 220 A
T 250 5 - 250 A
T 300 5 - 300 A
Tweede lasstroom I2
1 - 200 % van
hoofdstroom
50 45
MACS-DC-stroom
1, 3
1 - 200 % van
hoofdstroom
50 45
Geeft de procentuele verhouding van de sterkte van de
lasstroom gelijkstroom (DC) tot hoofdstroom I1 weer.. Bij
een ingestelde waarde 50 bedraagt de DC-stroomsterkte
50 % van de hoofdstroom I1.
Down-slope
(down-slope)
0 - 500 % 20 46
In de bedrijfsmodus DC-pulsen met Feed of Control vindt
een synchronisatie plaats. De down-slope begint altijd met
I2, onafhankelijk van de huidige status I1 of I2.
Eindstroom IE
5 - 200 % van
hoofdstroom
25 48
Eindstroomtijd tE 0 - 20 seconden. 0,2 49
Correctie gasna-
stroomtijd
20 - 500 % 100 51
AC-balans
1
10 - 90 %
positieve las-
stroom
35 47
Diameter wolfram-
elektroden
2,4 42
T 180, T 220 1,0 - 3,2 mm
T 250, T 300 1,0 - 4,0 mm
AC-frequentie
1
30 - 200 Hz 60
Puntlastijd
0,01 - 10
seconden.
1
Parameter Bereik
Fabr.
inst.
LED/
code
Puntlastijd Uit
(alleen bij interval-
puntlassen “On”)
0,09 - 60
seconden.
1
Puls-frequentie 0,2 - 2000 Hz 5
Puls-schakelverhou-
ding
1 - 99 % Hoofd-
stroom I1
50
Geeft de procentuele verhouding tussen hoofdstroom I1 en
de tweede lasstroom I2 aan. Bij ingestelde waarde 30 is de
verhouding 30 % I1 tot 70 % I2.
Tab. 3: Hoofdparameters
De af fabriek ingestelde waarden zijn door middel van
een parameterautomatiek geoptimaliseerd.
U kunt deze fabrieksinstelling voor de meeste lastaken
ongewijzigd overnemen.
Andere mogelijkheden voor een nauwkeurige afstelling
kunt u vinden in paragraaf „14.3 Nevenparameters“ op
pagina 100.
1)
Alleen bij AC/DC
2)
Alleen bij werkingswijze Elektrode
3)
Alleen bij werkingswijze TIG