Beschrijving van het apparaat
— Nederlands Vacuüm – sproei-ontgassing — 20.05.2019
4.2 Identificatie
Op het typeplaatje is informatie aangegeven over fabrikant, bouwjaar, fabricagenummer en de technische gegevens.
Informatie op het typeplaatje
Type Naam van het apparaat
Serial No. Serienummer
min. / max. allowable pressure P Minimaal/maximaal toelaatbare druk
max. continuous operating temperature Maximale temperatuur in continu bedrijf
min. / max. allowable temperature / flow temperature TS
Minimaal/maximaal toelaatbare temperatuur /
voorlooptemperatuur TS
Year built Bouwjaar
min. operating pressure set up on shop floor Af fabriek ingestelde minimale werkdruk
at site Ingestelde minimale werkdruk
max. pressure safety valve factory - aline Af fabriek ingestelde aanspreekdruk van de veiligheidsklep
at site Ingestelde aanspreekdruk van de veiligheidsklep
4.3 Functie
Het apparaat ontgast het water uit het installatiesysteem en vers water uit de bijvulinrichting. Het apparaat onttrekt het water tot
90 % van de opgeloste gassen. De ontgassing vindt plaats in tijdsgestuurde cycli.
Een cyclus bestaat uit de volgende fasen:
1. Vacuüm trekken
De vacuümpomp “PU” trekt een vacuüm. De toevoer “DC” (bij bijvulontgassing “WC”) naar de pomp wordt geopend. Door
een injector wordt gasrijk water in de sproeibuis gespoten. De installatie is zo ingesteld dat de pomp meer water uit de buis
onttrekt dan door de injector kan stromen.
2. Injectie
De toevoer naar de vacuümpomp “PU” wordt geopend. Afhankelijk van de behoefte wordt een deelstroom van het gasrijke
water toegevoerd vanuit het installatiesysteem of vers water vanuit de bijvulling via de “DC” - of WC-leidingen van het
apparaat. Het water wordt fijn verstoven in de vacuümpomp. Het water wordt ontgast door het grote oppervlak van het
verstoven water en het enorme verschil in gasverzadiging in verhouding tot het vacuüm. Het ontgaste water wordt door de
vacuümpomp terug in de installatie gepompt.
3. Uitschuiven
De vacuümpomp “PU” wordt uitgeschakeld. Er wordt nog steeds water geïnjecteerd en ontgast. Het waterniveau in de
vacuümpomp neemt toe. De uit het water afgescheiden gassen worden via de ontgassingsklep "DV” afgevoerd in de
omringende atmosfeer.
4. Rusttijd
Als het gas verwijderd is, blijft het apparaat gedurende een bepaalde periode in rust tot de volgende cyclus wordt gestart.
Verloop van een ontgassingscyclus in de vacuümpomp PU
Koelwatersysteem ≤ 30°C, systeemdruk 1,8 bar , installatie-ontgassing “DC” in werking, ontgassing van bijvulwater “WC” gesloten.
1 Vacuüm trekken
2 Injectie
3 Uitschuiven
4 Rusttijd