222
Afb.5: Uitgangspunten voor de juiste zitpositie
De volgende instellingen moeten worden
uitgevoerd vóór de eerste rit:
• Positie en bevestiging van het zadel en
het stuur.
Laat het zadel, stuur en de stuurpen
door de FLYER-dealer afstellen in een
positie die voor u veilig en comfortabel is.
16
• Afstelling van de remmen.
Laat de remhendels door de
FLYER-dealer zodanig afstellen dat u de
remhendels goed vast kunt pakken en
kunt remmen zonder vermoeid te raken.
17
WAARSCHUWING!
Gevaar voor ongevallen en letsel
De remonderdelen en het zadel, stuur
en de stuurpen zijn veiligheidsrele-
vante onderdelen; verkeerde montage
en verkeerd gereedschap kunnen ern-
stige valpartijen tot gevolg hebben.
• Laat werkzaamheden aan de boven-
staande onderdelen alleen uitvoeren
door de FLYER-dealer.
6.2 De e-bike leren kennen
Maak uzelf vertrouwd met de rijeigenschap-
pen en het rijgedrag van uw nieuwe e-bike
op een veilig terrein zonder verkeer.
• Let op de afwijkende bediening van een
e-bike in vergelijking met een fiets zonder
elektrische aandrijving.
16 Meer informatie over het afstellen van het zadel en
stuur vindt u in hoofdstuk 17.1 “Zadel afstellen” en in
hoofdstuk 18.1 “Stuur afstellen”.
17 Meer informatie over de afstelling van de remmen
vindt u in hoofdstuk 14 “Remmen”.
Het hogere gewicht van een e-bike maakt
het extra moeilijk om hem te parkeren, op
te tillen en te dragen of bergop te duwen.
• Maak uzelf vertrouwd met de remeigen-
schappen en leer hoe de remhendels zijn
toegewezen aan de voor- en achterrem.
Zie hiervoor de informatie in hoofd-
stuk 14 “Remmen”.
• Maak uzelf vertrouwd met de functies van
het bedieningselement.
Informatie over het bedieningselement
vindt u in de bijbehorende instructies van
de fabrikant.
• Als u met klik- / systeempedalen rijdt: Doe
een functietest. De pedalen moeten soe-
pel en gemakkelijk loslaten.
Maak uzelf op een veilig terrein zon-
der verkeer vertrouwd met de bediening.
• Bij pedalen met rubberen of plastic bekle-
ding: Maak uzelf vertrouwd met de grip op
de pedalen. Vooral in natte omstandighe-
den kunnen deze pedalen erg glad zijn.
7 Controles en inspecties
7.1 Vóór elke rit
Controleer de volgende punten vóór elke rit:
• Zijn alle bedieningselementen en de bel
goed bevestigd en gemakkelijk te berei-
ken?
• Werken de remmen en het schakelsys-
teem?
Controleer ook de hydraulische leidin-
gen en hun aansluitingen op lekkage.
• Zijn stuur, stuurpen, zadelpen en zadel
correct afgesteld en goed vastgezet?
• Zijn de wielen onbeschadigd en goed
vastgezet? Draaien de wielen gecen-
treerd (zonder slag)?
• Is de bandenspanning correct?
Informatie over de juiste bandenspan-
ning vindt u in hoofdstuk 19 “Wielen en
banden”.
• Is de accu voldoende opgeladen voor de
geplande rit? Is de accu correct geplaatst
of vastgezet?