Vacuüm – sproei-ontgassing — 24.04.2020 - Rev. A
6.4.1 Drukafhankelijke bijvulling Magcontrol
Voorbeeld van een installatie met meerdere ketels met een evenwichtsfles en
een membraan-drukexpansievat “MAG”.
Optionele extra uitrusting zie hoofdstuk 4.5 "Optionele uitrusting" op
pagina 65
Op de besturing van de Servitec in het gebruikersmenu de bedrijfsmodus
“Magcontrol” selecteren. Deze bedrijfsmodus is geschikt voor installaties met
een membraan-drukexpansievat. Het bijvullen vindt plaats afhankelijk van de
druk. De hiervoor benodigde druksensor “PIS” is in de Servitec geïntegreerd. De
aansluitingen van de ontgassingsleidingen “DC” worden tot stand gebracht in de
buurt van het membraan-drukexpansievat. Dit maakt een nauwkeurige
drukbewaking mogelijk – en dus een werkgerelateerd bijvullen.
Opmerking!
Sluit de ontgassingsleidingen aan op de terugloopzijde van de installatie
vóór de evenwichtsfles. Dit zorgt ervoor dat het toelaatbare
temperatuurbereik van 0 °C - 90 °C gehandhaafd blijft.
6.4.2 Niveau-afhankelijke bijvulling Levelcontrol
Voorbeeld van een installatie met meerdere ketels, retourbijmenging en een
compressorgestuurd drukbehoudstation.
Optionele extra uitrusting zie hoofdstuk 4.5 "Optionele uitrusting" op
pagina 65
Op de besturing van de Servitec in het gebruikersmenu de bedrijfsmodus
“Levelcontrol” selecteren. Deze bedrijfsmodus is geschikt voor installaties met
drukbehoudstations en maakt een elastische werking met constante druk
mogelijk.
Het werkgerelateerde bijvullen van water geschiedt via het gemeten waterpeil
in het expansievat van het drukbehoudstation. Het waterpeil wordt bepaald
m.b.v. de van de drukmeetcel “LIS” en naar de besturing van het
drukbehoudstation gestuurd. Wanneer het waterpeil in het expansievat te laag
is, zendt deze besturing een 230 V signaal naar de besturing van de Servitec. Het
bijvullen van water geschiedt op gecontroleerde wijze (door de bijvultijd en
bijvulcycli te bewaken) via de bijvulleiding “WC”.
6.5 El ektrische aansluiting
Levensbedreigend letsel door elektrische schokken.
Indien stroomvoerende delen worden aangeraakt, bestaat het gevaar van
levensbedreigend letsel.
• Zorg dat de installatie, waarin het apparaat zal worden gemonteerd,
spanningsvrij is.
• Zorg dat de installatie niet door andere personen weer kan worden
ingeschakeld.
• Laat alle montagewerkzaamheden aan de elektrische aansluiting van het
apparaat alleen uitvoeren door een erkend elektromonteur en volgens de
elektrotechnische voorschriften.
De volgende beschrijvingen zijn van toepassing op standaard apparatuur en dus
beperkt tot de aansluitingen die noodzakelijk zijn op het terrein van de eigenaar.
1. Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze tegen onopzettelijk
inschakelen.
2. Verwijder de afdekkap.
GE VAAR – levensbedreigend letsel door elektrische schokken. In
delen van de printplaat in het apparaat kan een spanning van 230 V
aanwezig zijn, ofwel de stekker losgekoppeld is van de voeding. Koppel de
besturingseenheid van het apparaat volledig los van het stroomnet,
voordat u de afdekkappen verwijdert. Controleer of de printplaat
spanningsvrij is.
3. Plaats een kabelwartel die geschikt is voor de specifieke kabel.
Bijvoorbeeld M16 of M20.
4. Voer de te leggen kabels door de wartel.
5. Sluit alle kabels aan volgens het schakelschema.
– Let op het aansluitvermogen van het apparaat zodat geen gevaar
ontstaat voor het terrein van de eigenaar, zie hoofdstuk 5
"Technische gegevens" op pagina 65 .
6. Monteer de afdekking.
7. Sluit de netstekker aan op de 230 V-voedingsspanning.
8. Schakel het systeem in.
De elektrische aansluiting is voltooid.
To Next Page
Loading...
Need help?
General
