5| BEDIENING VEILIGHEIDSELEMENTEN
Veiligheidselementen Beschrijving
Drukregelaar in de
dekselgreep
Als de voorziene druk voor kookstand 2 wordt overschreden, wordt de drukrege-
laar
15
automatisch geopend en het teveel aan stoom ontsnapt. Zo wordt een te
grote druk onmiddellijk afgebouwd.
Veiligheidsventiel
Als de drukregelaar
15
niet wordt geactiveerd, wordt een te grote druk recht-
streeks via het veiligheidsventiel
7
afgebouwd.
Veiligheidsgleuf in de rand
van het deksel
Als alle andere veiligheidssystemen uitvallen, bijvoorbeeld door verstopping met
voedingsresten, dient de veiligheidsgleuf
10
als "nooduitgang". Als een te hoge
druk ontstaat, wordt de afdichtingsring
21
door de veiligheidsgleuf
10
zo sterk
naar buiten gedrukt, dat de stoom kan ontwijken en de druk wordt afgebouwd.
Drukindicator in de
dekselgreep
De drukindicator
16
beschikt over een visuele hulp om anticiperend, energiebe-
sparend koken mogelijk te maken. De drukindicator geeft de huidige ststus van
de kookdruk aan. Hij heeft in het midden een ronde pal (als de pal zichtbaar is, is
druk aanwezig) en twee ringen voor kookstanden 1 en 2.
Openingsbeveiliging
De openingsbeveiliging
19
voorkomt dat de snelkookpan geopend kan worden
als er nog restdruk aanwezig is. Pas na de volledige drukafbouw kan de snel-
kookpan worden geopend.
Gecontroleerd afstomen via
de schuifknop
U kunt de snelheid van het afstomen beïnvloeden door de schuifknop
12
lang-
zaam terug te trekken.
Sluitbeveiliging
In de dekselgreep
11
bevindt zich de sluitbeveiliging
13
, die voorkomt dat de
snelkookpan tijdens het koken geopend kan worden.
6| DE SNELKOOKPAN IN GEBRUIK NEMEN
6.1| DE SNELKOOKPAN UIT ELKAAR
HALEN EN HET DEKSEL
VERWIJDEREN
(Vgl. afbeeldingen reeksen E en B).
1| a) De schuifknop aan de twee kanten vastne-
men en volledig naar achteren, in de richting
van het uiteinde van de greep trekken.
De markeringen op de schuifknop moeten
op AUF/OPEN staan.
b) Met de linkerhand alleen de steelgreep
3
van de pan
1
vasthouden.
c) Met de rechterhand de dekselgreep
11
vastnemen en naar rechts draaien, tot het
deksel
6
kan worden opgetild.
De dekselmarkering
9
en steelgreepmar-
kering
4
moeten in één lijn staan.
d) Deksel
6
aan de greep
11
optillen.
2| Deksel demonteren (zie afbeeldingen reeks G),
daartoe deksel
6
omdraaien.
3| Afdichtingsring
21
voorzichtig uit de rand
van de pan trekken en opzijleggen.
4| Deksel
6
vasthouden en de greepontgren-
deling
14
naar het uiteinde van de greep
drukken.
5| Deksel
6
van de steelgreep losmaken.
6.2| SNELKOOKPAN VOOR DE EERSTE
KEER REINIGEN
1| Snelkookpan volgens hoofdstuk 6.1 uit elkaar
halen.
340
To Next Page
Loading...
