WMF PERFECT - Page 338

•
Fornuis direct uitschakelen, pan laten afkoe-
len en controleren.
Gevaar voor brandwonden door
ontsnappende stoom
Tijdens het koken treedt via het deksel
6
af en
toe hete stoom uit.
•
Nooit in de stoom grijpen.
•
Houd handen, hoofd en lichaam altijd buiten
de gevaarlijke zone boven het deksel
6
en de
zijdelingse veiligheidsgleuf
10
aan de rand van
het deksel.
•
Snelkookpan tijdens het gebruik nooit zonder
toezicht achterlaten.
•
Kinderen en huisdieren uit de buurt houden.
•
Snelkookpan altijd zo vasthouden dat de
stoom niet kan ontsnappen in de richting van
personen die zich in de ruimte bevinden. Let
hier vooral op als u een zogenaamde open
keuken hebt.
Gevaar voor brandwonden
bij snel afstomen
Bij het snel afstomen via de schuifknop
12
of
onder stromend water bestaat gevaar op brand-
wonden door hete stoom of voedingsmiddelen.
•
Snelkookpan vóór het openen schudden.
•
Het is verboden om de snelkookpan in koud
water onder te dompelen.
•
Houd handen, hoofd en lichaam altijd buiten
de gevaarlijke zone boven het deksel
6
en de
zijdelingse veiligheidsgleuf
10
aan de rand van
het deksel.
Gevaar voor brandwonden door de
vorming van bellen (kookvertraging)
Bij het openen van de snelkookpan kunnen
hete ingrediënten bellen vormen en deze kun-
nen onverwachts uit de pan spatten. Bij vlees
met huid kan bij het insteken (doorprikken) hete
vloeistof uitspatten. Dit kan leiden tot verbran-
dingen of brandwonden.
•
Snelkookpan altijd schudden vóór het openen.
•
Heet vlees dat met huid is gekookt (bijv.
ossentong) niet direct doorprikken, maar eerst
laten afkoelen.
Gevaar voor brandwonden door
vrijkomende voedingsmiddelen
Bij een te volle snelkookpan kunnen hete voe-
dingsmiddelen vrijkomen via het veiligheids-
ventiel
7
,
de drukregelaar
15
of de zijdelingse
veiligheidsgleuf
10
en brandwonden veroorzaken.
•
Snelkookpan nooit overmatig vullen.
•
Snelkookpan maximaal tot 2/3 van zijn nomi-
nale inhoud vullen.
•
Snelkookpan hoogstens tot 1/2 van zijn
nominale inhoud vullen, indien brijachtige,
dikvloeibare of zeer schuimende voedingsmid-
delen zoals bijv. soepen, peulvruchten, stoof-
schotels, bouillon, orgaanvlees of deegwaren
worden gegaard.
•
Voedingsmiddelen eerst in een open pan aan
de kook brengen, omroeren en evt. het schuim
eraf scheppen.
Verbrandingsgevaar aan hete pan
en heet deksel
Tijdens het koken wordt de snelkookpan zeer
heet. Bij gasfornuizen kunnen de grepen ook
zeer heet worden door het open vuur. Bij aanra-
king bestaat gevaar op brandwonden.
•
Raak nooit de hete buitenste vlakken van de
snelkookpan aan.
•
De pan
1
en het deksel
6
alleen aan de
kunststof grepen vastpakken.
•
Handschoenen of handbescherming (bijv. pan-
nenlappen) gebruiken.
•
Hete inzetmandjes en steunen alleen met
hulpmiddelen verwijderen, bijv. pannenlappen.
•
Hete snelkookpan alleen op een hittebesten-
dige ondergrond plaatsen.
OPGELET
Beschadiging door te weinig of
ontbrekende vloeistof
Snelkookpan nooit zonder vloeistof of zon-
der toezicht op de hoogste stand opwarmen,
omdat in dat geval gevaar op oververhitting en
beschadiging ontstaat.
•
Snelkookpan alleen met voldoende vloeistof
(minimaal ¼ l water, bouillon, saus, enz.)
gebruiken.
•
Bij dikvloeibare voedingsmiddelen altijd op
voldoende vloeistof letten.
336