•
Bij te weinig of geen vloeistof, het fornuis
direct uitschakelen en de snelkookpan niet
bewegen tot de pan volledig is afgekoeld.
•
Snelkookpan nooit zonder toezicht achterlaten.
2.6| CORRECTE REINIGING
Reinig de snelkookpan na elke gebruik!
VOORZICHTIG
Gevaar voor brandwonden door
beschadiging bij de reiniging
Gebruik voor de reiniging van de veiligheids-
systemen geen borstels, schuurmiddelen en
chemicaliën: de veiligheidssystemen kunnen
beschadigd raken en gevaar opleveren voor
brandwonden door ontsnappende stoom.
•
Reinigings- en onderhoudsaanwijzingen in
acht nemen.
•
Kookgerei na elke reiniging goed afdrogen.
2.7| NOODZAKELIJKE REPARATIES
VOORZICHTIG
Beschadiging door onjuiste
reparaties of verkeerde
reserveonderdelen
Laat reparaties alleen uitvoeren door een
WMF-dealer of
-servicepunt. Anders kan de snelkookpan
beschadigd raken of is het mogelijk dat de vei-
ligheidssystemen niet meer correct werken,
waardoor gevaar op brandwonden ontstaat.
•
Neem voor reparaties contact op met een
WMF-dealer of -servicepunt.
•
Laat handgrepen die gescheurd zijn of niet
correct vastzitten, vervangen door een
WMF-dealer of -servicepunt.
•
Gebruik alleen originele onderdelen van
WMF-snelkookpannen.
2.8| GESCHIKTE WARMTEBRONNEN
VOORZICHTIG
Geschikte warmtebronnen en
afmetingen van de kookzone
De snelkookpan mag alleen met inductie-, glas-
keramische, gas- of elektrische fornuizen wor-
den gebruikt. De diameter van de kookplaten of
de gasvlam mag niet groter zijn dan de bodem
van de pan.
•
Bij gasfornuizen mag de gasvlam niet tot bui-
ten de bodem van de pan komen.
•
Voor een optimale warmteoverdracht en aan-
sluiting op het fornuis moeten de grootte van
de pan en de kookzone overeenstemmen.
•
Bij glaskeramische- of elektrische fornuizen mag
de diameter van de kookplaat niet groter zijn
dan 160 mm (2,5 l) resp. 190 mm (3,0 – 8,5 l).
•
Bij inductiefornuizen kan bij hoge warmte-in-
stellingen een zoemgeluid ontstaan. Dit heeft
een technische oorzaak en is geen teken dat
de kookplaat of snelkookpan defect zijn.
2.9| VOOR EEN LANGE LEVENSDUUR
VAN UW SNELKOOKPAN
OPGELET
Beschadiging van de snelkookpan
Zo vermijdt u beschadiging van de snelkookpan:
•
kookgerei nooit tegen de rand van de pan
aftikken
•
zout alleen aan kokend water toevoegen en
vervolgens omroeren, zodat de bodem van de
pan niet wordt aangetast
•
vuil tussen de bodem van de pan en de kook-
plaat vermijden, omdat bijv. een glaskera-
misch oppervlak bekrast kan raken
337
ZHtw TR TH SV SL SK RU RO PT PL NO NL KO ID HU HR FI EL DA CS BG ZHcn IT ES FR EN DE