Bosch EPS 708 - 6.8.2 Filterelement debietmeter vervangen; 6.8.3 Filterelement voor pompterugloop vervangen; 6.9 Filterelement van het ingangsfilter vervangen (bijv. injector A)

1 689 989 067 2017-12-08| Robert Bosch GmbH
214 | EPS 708 | Onderhoudnl
6.8.2 Filterelement debietmeter vervangen
1
2
3
4
458846-16_Ko
Afb. 24: Filter debietmeter
1 Filterelement
2 O-ring
3 Wartelmoer
4 Filterbehuizing
1. Wartelmoer (afb.24, pos.3) losdraaien en met filter-
huis (afb.24, pos.4) verwijderen.
2. O-ring (afb.24, pos.2) verwijderen.
3. Filterelement (afb.24, pos.1) rechtsom losdraaien
en verwijderen.
4. O-ring (afb.24, pos.2) en filterelement (afb.24,
pos.1) afvoeren.
5. Nieuw filterelement plaatsen en linksom vastdraaien.
i Let erop bij de montage, dat de afdichtingsvlakken
en de O-ring schoon zijn.
6. Filterhuis met nieuwe O-ring bevestigen. Wartelmoer
met de hand vastdraaien. Geen geweld gebruiken.
" Filterelement is vervangen.
6.8.3 Filterelement voor pompterugloop vervangen
¶ Filter vervangen zie hoofdstuk6.8.2.
6.9 Filterelement van het ingangsfilter
vervangen (bijv. injector A)
i De vuilaanslag in de ingangsfilters wordt vooral
veroorzaakt doordat de Common Rail injectoren
voor de test niet meer of niet voldoende werden
gereinigd.
458846-24_Ko
1
3
456
2
Afb. 25: Filterelement vervangen
1 Schroefverbinding
2 Vlakke afdichtring
3 Veer
4 Filterelement
5 O-ring
6 Schroefverbinding
1. Ingangsfilter van snelsluitkoppelingen losmaken.
2. Met twee moersleutels de schroefverbindingen
(afb.25, pos. 1 en 6) losmaken en helemaal open
draaien.
3. Vlakke afdichtring, veer, filterelement en O-ring
verwijderen (afb. 25, pos. 2, 3, 4, 5).
4. Vlakke afdichtring, filterelement en O-ring
verwijderen en afvoeren.
5. Beide schroefverbindingen met schone testolie
reinigen.
6. Nieuwe O-ring inleggen.
7. Nieuw filterelement in de juiste positie inzetten.
8. Nieuwe vlakke afdichtring opleggen.
9. Veer inleggen.
10. Schroefverbindingen dichtdraaien en met moment-
sleutel aanhalen (aanhaalmoment = 50 Nm).
" Filterelement is vervangen.
! De ingangsfilters moeten altijd in de ingangen van
de inspuitvolumes A t/m F (afb. 2, pos. 8) worden
gestoken (let op de doorstromingsrichting van de
ingangsfilters). Nooit in de inspuitkamers steken.